|
Om het nieuwe millenium
definitief in te gaan hadden we deze maal een gesprek met de hoofdredacteur
van aquariumwereld:
Freddy Haerens. Het is een gelegenheid om deze West-Vlaming nader te leren
kennen, om iets op te steken over de totstandkoming van aquariumwereld, zowel vroeger als nu, en om even vooruit
te blikken op de komende jaargang.
Hoe wordt men hoofdredacteur van aquariumwereld ?
Mijn BBAT-carrière is begonnen in 1982. Ik was toen bestuurslid
van de club Minor Menen. Onder impuls van Luc Coppens werd ik "kandidaat
BBAT-bestuurslid". Na de gebruikelijke "verkennings-periode"
werd mij de ongewone functie van "tweede secretaris" toebedeeld
en in 1984 promoveerde toenmalig Bondsvoorzitter Aimé Bijnens,
mij tot secretaris van de BBAT. De functie van "tweede secretaris"
werd afgeschaft en ik ben secretaris gebleven tot einde 1995.
In de loop der jaren nam ik daarnaast ook nog een tijd de publiciteitsdienst
en de dienst buitenlandse tijdschriften voor mijn rekening, tot hiervoor
een vervanger gevonden werd.
De redactie van aquariumwereld was binnen de Bond een aparte afdeling die
voortreffelijk geleid werd door haar hoofdredacteur, Luc Coppens. Onder
zijn impuls was het blad uitgegroeid tot een toonaangevend en gewaardeerd
magazine. Het hoofdbestuur van de BBAT bemoeide zich eigenlijk weinig
met redactiezaken. Dan kwam het moment dat Luc, na 25 jaar onafgebroken
dienst, te kennen gaf dat hij ermee wilde stoppen. Binnen de redactie
was er een opvolger gezocht en gevonden. Toen echter bleek dat de zaken
niet 100 % verliepen zoals ze hoorden, diende het hoofdbestuur in te grijpen
en werd mij gevraagd een oplossing aan de problemen te geven. Van het
ene is dan het andere gekomen: je werkt je in de materie in, je geraakt
vertrouwd met de werking van de redactie en de opmaak van het blad, tot
je uiteindelijk gevraagd wordt om het hoofdredacteurschap waar te nemen.
Beseffende dat deze taak, die volledig in de "vrije" tijd dient
te gebeuren, zeer belastend zou zijn voor mijn gezinsleven heb ik, na
overleg met het thuisfront en in het belang van de medewerkers en lezers
van het blad, de functie begin 1996 toch aangenomen. Het sprak voor zich
dat al mijn andere BBAT-functies door andere mensen dienden overgenomen
te worden.
Hoeveel personen werken er aan aquariumwereld?
Soms denkt men dat een hoofdredacteur een "wandelende aquariumencyclopedie"
is, maar ik kan je verzekeren dat dit zeker níet het geval is!
Ik ben een "normaal" aquarium- en vijverliefhebber met een gezonde
interesse voor de hobby. Voor het maken van aquariumwereld kan ik gelukkig terugvallen op een redactieteam
dat bestaat uit 11 vaste medewerkers en een aantal "raadgevers".
Onder hen verschillende specialisten op het gebied van terraria, vijvers,
cichliden, ei-levendbarenden, regenboogvissen, planten, techniek,... Eddy
Derijst staat in voor de ichtyologie, beheert de bibliotheek en is verantwoordelijk
voor de wetenschappelijke controle op de naamgeving. Verder kunnen we
rekenen op een taalcorrector, mensen die beeldmateriaal aanbrengen en
een verantwoordelijke voor de vivariumkaarten. Ik wens te benadrukken
dat de samenwerking binnen de redactie heel vlot verloopt en dat, mede
dankzij de moderne communicatiemiddelen (e-mail) waarover de meesten beschikken,
de afstand tussen iedereen veel korter geworden is en de overdracht van
gegevens sneller verloopt dan ooit tevoren.
Doch er is méér nodig om een tijdschrift zoals het onze
te maken! Zonder auteurs, liefhebbers, die hun ervaringen op papier zetten,
zou ons gehele team, hoe goed het ook werkt, maar weinig om handen hebben!
Welke weg volgt een ingezonden artikel
vóór het in aquariumwereld kan verschijnen?
Een artikel, van om het even wie, belandt op een goede dag op de redactie.
De tekst wordt eerst in de computer ingevoerd om er gemakkelijk mee te
kunnen werken. Deze tekst wordt gelezen en beoordeeld op de inhoud. Bij
twijfel wordt het advies gevraagd van diverse redacteuren om te bepalen
of het artikel geschikt is voor publicatie in aquariumwereld. Het wordt dan een eerste maal taalkundig
verbeterd, door mijzelf of door mijn echtgenote.
Hierna volgt de wetenschappelijke controle door de respectievelijke redactieteams
(zoetwater, zeewater, planten, ...) én door onze ichtyoloog. Daarna
wordt de tekst én voor een tweede maal én definitief, taalkundig
nagezien door de taalcorrector. Dan pas is de "platte tekst"
klaar.
Is er degelijk beeldmateriaal van de auteur zelf, dan wordt dit bij voorkeur
gebruikt. Is dat er niet, dan wordt er bij de gebruikelijke fotografen
gezocht naar geschikt materiaal.
Met de "platte tekst" en het beeldmateriaal wordt het artikel
daarna verder opgemaakt. In tegenstelling met de aquariumtijdschriften
uit de ons omringende landen, gebeurt dit volledig door ons. De opmaak
gebeurt eveneens op de computer, met een opmaakprogramma dat gekozen werd
in samenspraak met de drukker. Hij moet dit immers op zijn apparatuur
kunnen verwerken. Zo zien ook wij meteen hoeveel bladzijden een artikel
in beslag neemt. Dan gaat het in de "wachtbak". In de redactieraad
stellen we om de twee maanden de nummers samen. We streven daarbij naar
een zo wijd mogelijke diversiteit in de onderwerpen. Uiteraard komt de
rubriek "zoetwater", met zijn vele facetten, het meest aan het
bod. Daarnaast proberen we altijd een plantenartikel te publiceren en
gezien de populariteit van de vijver, mag ook dit onderwerp niet ontbreken.
Afwisselend brengen we de ene maand een terrariumartikel en de andere
maand een zeewaterartikel, naargelang het aanbod. Er wordt ook geen tijdslimiet
op de artikels gezet. Het tijdstip van publicatie hangt af van het onderwerp
in kwestie, wat er al over dit onderwerp gebracht werd en wat er reeds
voorzien is in de planning. Is het echter een primeur, dan wordt het zeer
vlug gepubliceerd. In elk geval vertrekt het nummer vier weken vóór
verschijning naar de drukkerij. We zijn ons ervan bewust dat een auteur
zijn artikel zo vlug mogelijk wil gepubliceerd zien, maar een tekst heeft
nu eenmaal zijn tijd nodig voor de diverse controles en de opmaak. In
dit verband wil ik nogmaals benadrukken dat al het redactiewerk op vrijwillige
basis gebeurt, na de normale werkuren of in het weekend.
Waar staat aquariumwereld t.o.v. buitenlandse tijdschriften?
Ik durf trots stellen dat ons tijdschrift hoog aangeschreven staat. Onze
Waalse vrienden kunnen het niet waarmaken om hun blad "Aqua Fauna"
op dezelfde basis samen te stellen. Ze kijken op naar onze auteurs en
fotografen, die van hoog niveau zijn. Ook onze Nederlandse vrienden bewonderen
ons in die zin. Hun redactie doet enkel een wetenschappelijke en taalkundige
verificatie. Bij ons wordt alles van begin tot einde zelf gedaan. De Duitse
Bond geeft nooit een eigen tijdschrift gehad. Zij hebben jaren geleden
een samenwerkingsverband gesloten met "DATZ". De Franse Bond
heeft ook geen eigen tijdschrift.
Op Europees vlak bestaan uitwisselingsprojecten tussen de verschillende
redacties. Wij hebben bovendien met alle aquaristische tijdschriften contacten
en wisselen onderling ook abonnementen uit. Omdat het Nederlandse taalgebied
beperkt is en een guppy in Nederland en in België dezelfde blijft,
zijn de contacten met b.v. "Het Aquarium" van de NBAT nauwer
en wordt ernaar gestreefd niet op hetzelfde moment een identiek onderwerp
aan te snijden.
Verder zijn er nog de specialisatietijdschriften zoals Cichlidae en Het
Zeeaquarium. Wij hebben er contacten mee, maar een vorm van samenwerking
is er momenteel niet.
Kunt U kort de evolutie in de werkwijze
gedurende een halve eeuw aquariumwereld schetsen?
Hiervoor moet ik een beroep doen op hetgeen ik weet van en gezien heb,
bij Luc Coppens. Deze laatste is de zoon van een drukker. Toentertijd
gebeurde de opmaak nog volledig met zetwerk. Er werd gewerkt op een stramien
van bladen dat het formaat van aquariumwereld met de indeling in kolommen weergaf. De
uitgetypte "platte tekst" werd eerst naar de drukkerij gebracht
die deze tekst "zette" en er een proefdruk van maakte. Zo verkreeg
men een blad met de tekst gedrukt op de kolombreedte van aquariumwereld en in het juiste lettertype. Luc wist dan
exact hoeveel lijnen een artikel bevatte en daaruit volgend de ruimte
die het artikel zou innemen. Op die manier werd het artikel met manueel
knip- en plakwerk in lay-out gezet.
In 1987 deed de computer zijn intrede op de redactie. Het was een XT-model
van IBM met een harde schijf van "10 Mb", met bijhorende matrixprinter
en de "Assistant"-reeks van IBM als software. Dit gaf het voordeel
dat de ingetypte tekst op een floppy kon gezet worden en zo bezorgd worden
aan de drukkerij, die de tekst digitaal kon inlezen. De opmaak van de
nummers gebeurde echter nog met knip- en plakwerk op de stramienbladen.
Deze werkwijze werd toegepast tot 1994!
Ook het brengen van het beeldmateriaal heeft
een hele evolutie doorgemaakt. Zo sprak men in 1983 nog van "zinkcliché's",
een soort van negatieven op zinkplaten. Ik heb het uiteraard over zwartwit-druk.
De BBAT bezat hiervan een archief met een paar honderd kilo's zinkcliché's.
De beeldgrootte was evenwel gebonden aan het formaat van die platen. Nadien
is men overgeschakeld naar de vierkleurendruk. Men sprak toen van "litho's".
Dit zijn fotografische negatieven in 4 kleuren. De evolutie naar de kleurendruk
bracht een hogere kostprijs met zich mee, doch wij hadden in dezen het
geluk dat we zeer goede contacten onderhielden met tijdschriften en auteurs
in het buitenland. Zij zorgden er voor dat wij litho's, of kopieën,
van hun gepubliceerd materiaal konden verwerven. In het begin kon men
deze litho's, net als de zinkplaten, niet vergroten noch verkleinen. Men
kon er hoogstens een stuk uitknippen. De techniek stond echter niet stil
en later kon men dan wel nog niet verkleinen, maar toch vergroten. Ondertussen
was er een litho-archief, bestaande uit zo'n 5.300 litho's, opgebouwd,
dat nog altijd bestaat en waar we nog altijd uit kunnen putten.
Op het ogenblik dat Luc Coppens aftrad als hoofdredacteur, ontstond er
ook een keerpunt in de drukkerswereld. Er werd meer en meer gedigitaliseerd
en met computers gewerkt. Niet alleen het intypen van de teksten, maar
ook de lay-out kon met de computer gebeuren. Beeldmateriaal werd van toen
af "ingescand" en digitaal opgeslagen op CD-Rom.
Nu zien we op het scherm onmiddellijk wat we doen en hoe het blad er zal
uitzien.
Wat mogen de lezers van aquariumwereld verwachten in de 21ste eeuw?
We zullen de 21ste eeuw ingaan met een aquariumwereld zoals die er momenteel uitziet. Deze optie
is binnen de redactie besproken en er is beslist dat de huidige opmaakstijl
gehanteerd blijft. Het hoofdbestuur is eveneens niet geneigd om aan het
typische formaat iets te veranderen.
Een tijdschrift moet er niet alleen goed uitzien, maar moet ook qua inhoud
"aan de ribben houden". Elk artikel moet wetenschappelijk verantwoord
zijn en vooral boeiend zijn voor de lezers. We gaan proberen om zo'n groot
mogelijke diversiteit aan te bieden en omdat de terrariumliefhebberij
"in de lift zit" besteden we daar dit jaar meer dan gewone aandacht
aan. Dit hangt echter af van het aanbod aan artikels dat we krijgen ingezonden.
Zo is het b.v. al jaren geleden dat we iets ontvangen hebben over Midden-Amerikaanse
cichliden.
Een paar jaar geleden zijn we gestart met het uitbrengen van themanummers.
Ook in de toekomst zal het juli-augustusnummer steeds in het teken van
een bepaald onderwerp staan. We hebben al themanummers gebracht over cichliden,
het terrarium, ei-levendbarenden en planten. Dit jaar brengen we een "brakwater"-nummer.
Daarna komt misschien zeewater aan bod. We hopen in elk geval dat de lezers
hierdoor aangespoord worden om in hun pen of achter de computer, te kruipen
om hun ervaringen met ons te delen.
Zo zullen we in de volgende jaargangen ook verder gaan met onze vaste
rubrieken. Ik denk hierbij aan "Men vraagt ons wat" dat op een
schitterende wijze door Peter de Batist wordt ingevuld. Uit zijn rijke
loopbaan in vooral de terrariumwereld en zijn wetenschappelijk gebaseerde
interesse, behandelt hij maandelijks uiteenlopende problemen en biedt
de mogelijkheid aan de lezers om met hun problemen ergens terecht te kunnen.
Op vraag van onze nationale voorzitter Roland Sneyers, werd de rubriek
BBAT-informatief in het leven geroepen, samen met de nieuwe functie van
bondsredacteur, die wordt waargenomen door Walter Van der Jeught. Op die
manier wordt er club- en bondsinformatie in aquariumwereld opgenomen.
Enkele maanden geleden zag een nieuwe rubriek het levenslicht: "De
redactie sprak met
". Ik denk dat het verrijkend is voor onze
lezers om te weten hoe bepaalde mensen zich specialiseren in een bepaald
facet en zo een liefhebberij binnen de liefhebberij beleven.
Tot in aquariumwereld!
|