Vist BBAT

Maandblad voor de aquarium-, terrarium- en vijverliefhebber
Visit BBAT
(Ga terug met de knop "Vorige")
Publicatie
Jaargang 53/05:136
Onderwerp Watertesten
Men vraagt ons wat ...
Geachte redactie,
Door het lezen van, en met behulp van de raadgevingen die U in uw zeer interessante rubriek naar voren brengt ben ik wat aandachtiger beginnen meten en ik moet toegeven dat ik nu een veel helderder inzicht heb gekregen in de biologische activiteit die in de inhoud van mijn aquarium plaatsvindt.
Echter, nu vraag ik me af, of de testsetjes die in de winkel verkrijgbaar zijn wel voldoen voor het bepalen van de parameters in een aquarium? Is het systeem met die druppeltjes wel zorgvuldig genoeg? En mag ik, bij het aanwenden van testen van verschillende merken, maar die volgens hetzelfde principe werken, de verschillende flesjes door elkaar?
Wat is uw visie hierop?
J.V.L. - Gent
Gefeliciteerd met uw alertheid en uw initiatief om via gericht wateronderzoek de biologische activiteit in uw aquarium te volgen. Er zijn nog altijd aquariumliefhebbers die dat overbodig vinden. We leven nu bijna in de 21ste eeuw. Wijwaterkwast en bezweringen door toverdokters kunnen misschien alggroei en vissterfte bezweren maar ze leren ons nog steeds niet hoe een aquarium werkt.
Wat uw eerste vraag betreft, kan ik u geruststellen. Ik heb reeds vele jaren geleden een vergelijkend onderzoek gedaan tussen de diverse professionele meetsets en de vergelijkbare set­jes die in aquariumzaken ter beschikking van de liefhebbers staan (foto 1).

Foto 1 - De meeste meetsets geven een, voor zoetwater-aquariumdoeleinden, bruikbaar resultaat.
(Foto : Peter de Batist)

Iedere keer er een nieuw merk verschijnt, worden daar dezelfde vergelijkende testen op uitgevoerd. Het merendeel van de goedkope meetsets is bruikbaar, maar ook niet meer dan dat! Én met een zeker voorbehoud voor het meten in zeeaquaria. Zeker voor wat het ammoniumgehalte betreft, waar beslist een groter analytisch vermogen vereist wordt.
Zelf werk ik voornamelijk met de Aquanal®-producten van Riedel-deHaan®. Ik zou, met mijn kennis van het marktaanbod, vergelijkbare resultaten kunnen halen met aquariumsetjes als met het professionele materiaal. De hoofdredenen dat ik met professioneel materiaal blijf werken zijn: de relatief grotere betrouwbaarheid; de comptabiliteit met mijn spectrofotometer en ten slotte de kostprijs per uitgevoerde test, die gevoelig lager ligt dan bij de aquariumsetjes, ook al moet er oorspronkelijk een hoger bedrag geïnvesteerd worden. Een meetset voor 100 tot 200 metingen kost al gauw 3 à 5000 BEF en het spreekt vanzelf dat een liefhebber die niet zomaar kan neertellen om via 5 of 6 parameters de evolutie van zijn bakje een beetje te volgen. De investering in meetmateriaal zou dan algauw meer bedragen dan het aquarium en de inhoud zelf.
Als u weet hoe de gegevens van goedkope meetsetjes geïnterpreteerd moeten worden zijn ze zeer bruikbaar. Tenslotte moeten we geen wateranalyse uitvoeren. Het komt, voor het begrijpen van het aquariumgebeuren, aan op het bepalen van twee hoofdzaken. Ten eerste: het bepalen van een teveel aan (biologische) afvalstoffen. Ten tweede: het tekort aan (minerale) voedingsstoffen en sporenelementen. Het maakt absoluut niets uit of we bepalen dat ons nitraatgehalte (NO3) 53 of 55 mg/l bedraagt. We moeten er gewoon van uitgaan dat alles boven 20 mg/l hopeloos te veel is en daarmee uit!
In het artikel dat ik over watertesten schreef in de jubileumjaargang van Aquariumwereld (50/11:280-284) stelde ik ergens dat de meetsets die in de aquariumwinkels te krijgen zijn werken op basis van standaarddruppels. Ik heb ook hieromtrent ondertussen wat vergelijkbaar onderzoek gedaan en kwam tot de volgende resultaten.
Testen die een hoeveelheid moeten aantonen zijn gebaseerd op het gebruik van standaarddruppels. Dit wil zeggen: 20 druppels per ml. Daartoe moeten de druppels het flesje verlaten terwijl dit verticaal wordt gehouden. Schuin ­houden (45°) veroor­zaakt kleinere druppels en afwijkende resultaten. Ook de druk die we op het flesje uitoefenen moet licht en gelijkmatig zijn om steeds dezelfde druppel te vormen. Drukken we te stevig dan verlaat het reactief het flesje met een straal. Aarzelen we te veel dan zou uiteindelijk een te kleine druppel het flesje verlaten. Een beetje oefening leert u snel de juiste druk op het flesje uit te oefenen. De druppel groeit dan gelijkmatig aan tot hij een volume van 0,05 ml bereikt heeft waarna de zwaartekracht hem losmaakt van het druppelflesje. Verder is het denkbeeldig dat tempera­tuur, luchtdruk en oppervlaktespanning van het water ook een minuscule invloed op de grootte van de druppel kunnen uitoefenen. Ik neem aan dat de analytici die deze testen samenstellen deze aberraties ingecalculeerd hebben. Om alle discussie over mijn resultaten uit te sluiten is het vergelijkend onderzoek dan ook op dezelfde dag uitgevoerd. Dit wil zeggen, bij dezelfde temperatuur en luchtdruk.

Foto 2 - Professionele meetsetjes werken steeds met druppelflesjes die een standaard druppel geven van 1/20 of 0,05 ml. Setjes uit de liefhebberssfeer wijken hiervan nogal eens af.
(Foto : Peter de Batist )

Professionele meetsets (foto 2) van Merck®, Riedel-deHaan® en Hanna® en standaarddruppelflesjes uit de apotheek werken steeds met standaarddruppels (20 per ml).
Bij de aquariummeetsets wordt hiervan vaak afgeweken. De meetsets van RedSea pHarm® en de navulsets (20 ml) van Tetra® voor nitraat, totale hardheid en carbonaathardheid werken met standaarddruppels. De flesjes van Salifert® en Dupla® geven 23-24 druppels per ml. Die van Velda® en Tetra® 10 ml geven 28 druppels per ml. De flesjes van JBL® en Aquarium Systems® geven 35 druppels per ml. Die van Sera® slechts 18 en die van Mydor® slechts 13 druppels per ml.
Nogal wat verschil dus maar als de fabrikant er rekening mee gehouden heeft dan is er eigenlijk niets aan de hand. Meng echter nooit flesjes van verschillende merken! Hiermee is dan ook, denk ik, de rest van uw vraag beantwoordt.
Bij het maken van een keuze is het evenwel misschien beter te opteren voor een zo hoog mogelijk aantal druppels per ml (zo klein mogelijke druppels dus). Zeker als we een hoge gevoeligheid nastreven (minder dan 1 ppm b.v.) of als ze geteld moeten worden (titratie) en dan zeker als ze nog dienen vermenigvuldigd te worden met een omrekeningsfactor. Zoals b.v. bij de diverse calcium-tests.
Bij kolorimetrische tests, waarbij na een aantal druppels een kleuromslag wordt verkregen, mogen we ervan uitgaan dat de betrouwbaarheid voldoende door de fabrikant geverifieerd werd om een bruikbaar resultaat te garanderen. De uitvoering van de kleurenschaal is hier belangrijker.
Dus: meten maar en proberen te begrijpen wat zich in uw aquarium afspeelt.
Nog veel succes!