Vist BBAT

Maandblad voor de aquarium-, terrarium- en vijverliefhebber
Visit BBAT
(Ga terug met de knop "Vorige")
Publicatie
Jaargang 56/09:228
Onderwerp Zoetwater - water- en algenproblemen
Men vraagt ons wat ...
 
Geachte heer de Batist,
Betreft: water- en algenproblemen.
Ik ben al bijna 40 jaar aquariumliefhebber. Na een cichlidenperiode van een paar jaar ben ik deze zomer terug overgestapt naar het klassieke plantenaquarium. Dit ziet er als volgt uit:
- Afmetingen: 200 cm x 50 cm x 50 cm – ca. 500 l.
- Bezetting: 3 corydorassen, 3 plecostomussen, 7 platy's, 12 diamantzalmen, 12 sumatranen en 20 kardinaaltetra's.
- Planten: waterpest, Cabomba, div. crypto's, naaldgras en aan de wanden enkele javavarens.
- Bodem: mengsel aquariumzand met korrels van 1 à 3 mm. Plaatselijk een laag gesinterde bemestingskorrels ingebracht.
- Belichting: 3x 60 W TL-lampen (1 Aquastar van 13 tot 23 h. - 1 Grolux van 14 tot 22 h. - 1 Aquastar van 19 tot 21 h. Die laatste om niet te veel algen op de achterwand te krijgen).
- Decoratie: achterwand van epoxy-coated styropore rotswand (AW:45/10) en enkele forse stukken kienhout.
- Filters: 2 Eheim 2013 met elk een pot gevuld met perlonspons + een pot gevuld met keramiekpijpjes.
- Aquariumwater direct na de laatste waterverversing en bijmesting: pH 7,5 - GH 8° - KH 6° - NO3 0 ppm - NO2 12 ppm - PO4 0,7 ppm - Fe 0,5 ppm en CO2 groen.
- Waterverversing: om de 14 dagen 100 l leidingwater, op 24 °C gebracht en aangezuurd tot pH 7,5.
- Bemesting: 50 ml Florapride bij de waterverversing en een paar kleibolletjes in de bodem per maand.
- Hulpapparatuur: een kleine Oxydator D en een kleine manuele CO2 doseur.
Na een normale start groeide alles voorspoedig maar nu heb ik al een paar dagen last van draad- en baardalgen. Na een grondige studie van de A.W. in mijn bezit (had ik dat maar wat eerder gedaan!!!) denk ik de oorzaak gevonden te hebben. In A.W. 52/9 schrijft U dat de bodemstructuur en het gebruik van de gesinterde voedingsbodem het enige vitaal verschil uitmaakt. Verder dat er geen duidelijke relatie is met de fosfaat- en nitraatgehaltes. Hier bedoelt U waarschijnlijk mee dat de bodem de beslissende factor is maar dat de aanwezigheid van te veel nitraat en fosfaat en tekorten aan ijzer en magnesium weliswaar belangrijk zijn, maar dat hun relatie met baardalgen vrij ingewikkeld in elkaar zit. Zie hierover ook A.W. 52/3 en 11.
Omdat er in het Gentse behoorlijk wat gebufferd wordt met het leidingwater, moeten wij vaak tegen pH 8,3 en KH 12° opboksen. Dat geeft uiteraard problemen met CO2-dosering en bij een waterverversing met onversneden water zou er dan weer een ammoniakprobleem kunnen ontstaan. Aanzuren deed ik met "PHKH-". Daarbij bleek het om fosforzuur te gaan en daardoor kan natuurlijk weer het fosfaatgehalte opgevoerd worden. Hoge fosfaatgehaltes meet ik niet, zodat ik denk dat de algen dit in hun weefsel opgeslagen hebben.
Ik heb ook opgemerkt dat de belichting de algengroei beïnvloedt. Met mijn 60 W lampen heb ik uiteraard ook enkele zones in mijn 2-meterbak waar minder licht komt. Daar is praktisch geen alg, alhoewel de planten redelijk groeien.
Ik stel me zelf voor dat er nu het volgende moet gebeuren.
- Ik zal in eerste instantie de bodemgrond moeten vervangen door het door U voorgestelde korrelmengsel van 0,5 tot 8 mm. Maar hoe doet men dit in een dichtbevolkt aquarium? De vissen wegvangen is onmogelijk met een dwarsruit van 50 cm bovenaan, vooral als het om diamantzalmen gaat. Is het bovendien niet te stresserend voor de vissen? Wat met de filters die het vrijgekomen vuil moeten opvangen? Wat met de bealgde planten? Vervangen door nieuwe? Of ze een tijdje in het donker bewaren? Of ze gewoon terug planten in de hoop dat de algen vanzelf verdwijnen?
- Daarna zal ik waarschijnlijk het water moeten saneren. Hoe moet ik dat doen en vooral ... hoe verlaag ik pH en KH zonder opnieuw fosfaatbemesting toe te passen?
- Moet ik iets veranderen aan mijn belichting?
Ik besef heel goed dat dit waarschijnlijk geen eenvoudige zaak is, maar vertrouw er toch op dat U mij – en waarschijnlijk een ganse reeks aquariumliefhebbers die hetzelfde probleem hebben – toch wel een aantal waardevolle aanwijzingen zult kunnen geven.
J.A. - Gent
 

Uw uitgebreid epistel maakt het me wel gemakkelijk. Zoals u terecht opmerkte, staat het allemaal luid en duidelijk in Aquariumwereld (wat een fantastisch blad toch hé!) en hoeft men slechts de aanwijzingen op te volgen die ik reeds eerder over het baardalgcomplex naar voren bracht. Dat vele mensen met die onconventionele aanpassingen nogal eens praktische problemen hebben, verbaast me niet in het minst. Maar ik pas die technieken reeds jaren toe bij talloze probleemaquaria. Een paar praktische tips kan ik aan u dus zeker wel kwijt.
Ik heb natuurlijk de densiteit van uw persoonlijk baardalgcomplex niet onder mijn microscoop kunnen evalueren. Het is inderdaad belangrijk om te weten uit hoeveel componenten dat complex bestaat. Ook waterwaardenmetingen doe ik eigenlijk liever zelf. Wat u blijkbaar niet gemeten heeft, zijn de ammonium- en calciumgehaltes. Het eerste geeft me wat meer inzicht in de biologische belasting van uw systeem en het tweede geeft me een idee van het magnesiumgehalte (1). Het is namelijk zo dat het baardalgcomplex ontstaat op planten die "magnesiumhonger" hebben. Dat gebrek ontstaat dan weer sneller op intensief belichte planten.
Als u de bodem wilt vervangen, moet de pH vooraf verlaagd worden tot ca. 6,8 tot 7,2 en dat doet u best met OHMINUS. Dit preparaat zuurt aan op basis van zwavelzuur en dat is de meest veilige en natuurlijke aanzuring. Elk biologisch systeem bevat zwavel. Er worden ook producten aangeboden op basis van andere zuren zoals citroenzuur en looizuur (eikenextract). Het eerste is biologisch waardeloos in aquaria en het tweede kan veilig gebruikt worden als de buffer van het leidingwater eenmaal gebroken is en de zuurgraad zich min of meer permanent heeft ingesteld. Persoonlijk raad ik het gebruik ervan slechts een korte periode van het jaar aan om de wisseling tussen regen en droge tijd te simuleren. Dat aanzuren is voornamelijk belangrijk omdat we door het gerommel in het aquarium heel wat ureum en ammonium zullen vrijmaken dat zich dan weer als ammoniak gaat manifesteren als de pH te hoog boven 7 zit.
Hoe gaan we te werk om de bodem te vervangen?
- Verwijder eerst alle planten en eventueel de losse decoratiestukken zoals wortelhout. Let erop dat zich in de kronkels van het wortelhout geen meervallen of andere vissen verborgen houden. Leg de planten in een platte schaal of op een tafel op een vel plastic. Op die manier kunt u ze in plantvolgorde plaatsen. Dek alles af met natte badhanddoeken!
- Nu kan het water verwijderd worden. Afhevelen of, nog beter, via uw beide filters. Op die manier wordt het zweefvuil tegengehouden. Vul, na de eerste 100 l te hebben laten weglopen, ook nog enkele emmers met water om straks uw vissen in op te vangen. Stop wanneer er 2/3 is weggelopen; en denk eraan ook uw waterverwarmers los te koppelen en eventueel in de emmers te hangen. Als u toch gaat hevelen, laat alles dan eerst even bezinken zodat het bodemvuil kan afgeheveld worden.
- De grote vissen kunnen nu "betrekkelijk" eenvoudig uitgeschept worden. De te snelle en kleine vissen kunnen tijdens de hele operatie blijven zitten.
- Er kan nu nog wat water weggeheveld worden. Het is de bedoeling dat u zo vlot mogelijk toegang tot de bodem krijgt en er ook zo goed mogelijk zicht op moet houden. 3 à 4 cm water boven de bodem zal volstaan. De nog aanwezige vissen moeten uiteraard wat zwemruimte hebben.
- Verdeel nu het aquarium in 4 of 5 zones. Een aquarium van 200 cm verdeelt men b.v. in 5 zones van 40 cm; één van 160 cm in 5 zones van 30 cm en één van 120 cm in 4 zones van 30 cm.
- Schep nu uit de 1ste zone + 10 cm van de 2de zone alle bodembedekking weg. Dat kan gemakkelijk en snel met een zelfgemaakt bodemschoffeltje dat uit elk plastic 2-literflacon kan vervaardigd worden volgens tekening 1. Als het van huishoudelijke producten afkomstig is, moet het zorgvuldig schoongemaakt worden en eventueel met soda en veel warm water behandeld worden. Bewaar het na deze operatie zorgvuldig want het zal u nog behoorlijke diensten bewijzen.



Tekening 1 - Een schoffeltje om aquaria leeg te scheppen kunt u zelf vervaardigen van een 2-literflacon van soepel PVC zoals ze gebruikt worden voor huishoudelijke producten. Ik heb dat de eerste keer in gebruik gezien in 1995 in Kongo waar men afval nooit weggooit maar gebruikt. Het is één van de gemakkelijkste gebruiksinstru-menten voor aquaria gebleken
(tekening: Peter de Batist)


- Vul de leeggekomen ruimte zorgvuldig op met verse, goedgespoelde bodembedekking, maar laat 10 cm open als werkruimte. Ik reken steeds 1 l zand (= 1,5 kg) per dm³ bodemoppervlak. Werk naar rechts toe als u aan de rechterzijde begonnen bent.
- Verwijder de volgende zone en vul steeds op naar de zijde waar u begonnen bent en laat steeds een strook van 10 cm open. Ga zo verder tot de hele bodem veranderd is. Afhankelijk van de samenstelling van het baardalg­complex en het nitraatgehalte breng ik ook wat bodembacteriën diep in de bodem. Dat gaat dan weer het eenvoudigst met de CLADEX-capsules die speciaal voor dit probleem op de markt gebracht werden.
- Nu kan er weer wat water bij. Zuur het opnieuw aan om ook nu weer het ammoniakprobleem te omzeilen. Vul bij tot 2/3 en dan kan de decoratie en de beplanting terug aangebracht worden. Gebruik uiteraard dezelfde bealgde planten. Anders komt u nooit te weten of deze ingrepen al die moeite wel waard was. Start de schoongemaakte filters terug op en schakel de verwarmers terug in. Daarna kunnen de vissen ook terug naar hun verblijf. Overwennen als de temperatuur te veel verschil vertoont!
- Om magnesiumgebrek op te vangen moet met geschikte plantenvoeding gewerkt worden. De plantenvoeding STRONG werd speciaal ontworpen om planten met baardalg hun magnesiumhonger snel te verhelpen. Verder kunt u met STANDARD-plantenvoeding werken die alle nodige bestanddelen bevat, in de ideale verhoudingen, om planten te laten groeien.

We wensen u veel succes met deze ingreep. Uw vraag over verlichting houden we nog even in beraad. Die ook nog beantwoorden zou ons ver over de limieten van mijn rubriekje voeren. We zullen ze bij een volgende gelegenheid beantwoorden.

(1) Meet het calciumgehalte en de GH. Reken het calciumgehalte om naar hardheidsgraden (x 0,14) en trek de verkregen waarde af van de GH. Wat overblijft zijn de hardheidsgraden die door magnesium veroorzaakt worden en die moeten dan weer met 4,28 vermenigvuldigd worden om precies te weten te komen hoeveel magnesium de bladgroenkorrels in uw aquarium nog ter beschikking hebben. Streef naar een magnesiumgehalte dat even hoog is als uw calciumgehalte.