Update van: 29/05/2002

Vraag 1: welke eigenschappen moet een goed filtersubstraat bezitten, waaraan voor toepassing in een gezelschapsaquarium gedacht wordt? Naar beneden
   A.   Zeer fijn, met een korrel kleiner dan 0,5 mm.
   B.   Een poreuze structuur, samen met een groot oppervlak om zoveel mogelijk bacteriën te kunnen hechten.
   C.   Filtermaterialen die voldoende kalk afgeven.
Vraag 2: wanneer moet een filtersubstraat, een filtermateriaal of een filter gereinigd worden?

   A.   Pas wanneer de eerste vervuilingsverschijnselen van het filtersubstraat zich merkbaar voordoen.
   B.   Geregeld, uiterlijk steeds vóór de filterprestaties beginnen te verminderen.
   C.   Wanneer de vissen zich beginnen te verbergen.
Vraag 3: met welke filtermassa kan men kleurstoffen en residu’s van bijv. medicijnen uit de waterkringloop van het aquarium filteren?

   A.   Met zeer fijne, synthetische watten.
   B.   Met zeer fijnkorrelige lava.
   C.   Met actieve houtskool.
Vraag 4: waarop moet men letten bij het wisselen van filtersubstraten?

Naar beneden

   A.   Dat dit steeds volledig vernieuwd wordt bij het reinigen van het filter.
   B.   Dat ca. 90% van de filtermassa met lauw water gereinigd wordt en terug hergebruikt wordt.
   C.   Dat ca. alle 14 dagen minstens 1/3 van het filtersubstraat vervangen wordt door nieuw materiaal.
Vraag 5: mag een filter tijdens de nacht uitgeschakeld worden?

   A.   Inderdaad, 's nachts als de vissen en planten rusten, is filtering niet echt nodig.
   B.   Ja, liefst, omdat het geluid 's nacht soms té storend is.
   C.   Neen, het filter mag zonder een heel belangrijke reden, nooit uitgeschakeld worden.
Vraag 6: welke energie houdt in uw aquarium de levenskringloop in stand?

   A.   De levensenergie.
   B.   De lichtenergie
   C.   De arbeidsenergie.
Vraag 7: wat is licht?

Naar beneden

   A.   Het ontstaat als een klein energiedeeltje, foton genaamd, dat zich golfvormig voortplant.
   B.   Elektrische energie.
   C.   Warmtestralingsenergie.
Vraag 8: tussen welke golflengten situeert zich het zichtbare lichtspectrum?

   A.   Tussen 380 cm en 780 cm.
   B.   Tussen 380 mm en 780 mm.
   C.   Tussen 380 nm en 780 nm.
Vraag 9: is UV-straling zichbaar?

   A.   Neen.
   B.   Ja.
   C.   Enkel met een speciale bril.
Vraag 10: kan UV-straling schade toebrengen aan planten en vissen?
   A.   Enkel in tropische landen
   B.   Neen.
   C.   Ja.

Naar boven

 

Deze kennistest zal geregeld worden ge-updated

 

Terug naar keuze van de reeksen