Anemonia sulcata
Pennant, 1766

[Foto Anemonia sulcata]
Foto: W. Bleys

IDENTITEIT: orde: Actiniaria; familie: Actiniidae.
EERSTBESCHRIJVING: in 1766 door Pennant als Anemonia sulcata.
SYNONIEM:
NEDERLANDSE NAAM: draadroos; wasroos.
MAXIMALE GROOTTE: 2 ecotypes:
ecotype 1: middellijn voet 2-5 cm; 70-192 tentakels (meestal 142- 148)
ecotype 2: middellijn voet tot 10 cm; meer tentakels (tot 384).
GESLACHTSONDERSCHEID:
HOUDBAARHEID: houdbaarheid in het aquarium nogal wisselvallig; ecotype 2 is beter houdbaar dan 1.
Ervaring: type 1: 1 à 2 jaar, verkleinden. Herkomst: Tenerife, Madeira, Joegoslavië; type 2: 3 jaar zonder verkleinen, toen "verongelukt", waarschijnlijk dus langer mogelijk. Herkomst: Sardinië.
Veel hangt ook af van vangst en transport. Tentakels hechten zeer sterk aan handen, gevolg : afgerukte tentakels, funest bij teveel verlies. Betere vangmethode: exemplaren zoeken op verplaatsbare steen; lost boven water gebracht vanzelf na enkele minuten; zonder aanraken opvangen in plastic zak. Sterven bij vervoer in kleine hoeveelheid water door zuurstofgebrek in het omringende water. Beter: zonder water in een bol staande plastic zak (niet met de mond opblazen); zo zeker 2 dagen houdbaar; zo koel mogelijk houden.
Eisen: sterke waterbeweging; temperatuur niet te hoog; zoveel licht als mogelijk want de kleuren verbleken door het afsterven van symbiotische algjes in de lichaamscellen.
DIERENRIJK
D f I 08
       
Milieu Aquarium kweek
Zuurtegraad pH 8,0 - 8,3 7,8 - 8,4  
Dichtheid 1,024 1,022-1,026  
Temperatuur °C 20 - 27 24 - 28  
VERSPREIDING: Middellandse Zee, kust Atlantische Oceaan vanaf Bergen (Noorwegen) tot Noord-Afrika, inbegrepen de Britse Eilanden, Madeira en de Canarische Eilanden.
Kaart voorkomen
BIOTOOP: op rotsen.
Ecotype 1:
van oppervlakte (laag tij) tot ca. 5 cm diep; zonnige doch weinig bealgde plaatsen; voet in rotsspleet of langs scheidingslijn tussen rots en zand; vaak in kolonies; sterke waterbeweging.
Ecotype 2:
idem als 1, doch tot ca. 20 m diep en verdraagt meer algbegroeiing door zijn grootte. Meestal solitair.
GEDRAG: zoeken een plaats waar de zuil beschut is, doch de tentakels zoveel mogelijk waterbeweging krijgen. Tentakels niet intrekbaar en sterk netelend. Soms overlangse deling in 2 helften, waarna elke helft zich dichtsnoert; vaak na transport (onbehagen?).
VOEDSEL: in zee: plankton, copepoden, Mysis, jonge visjes,...
in aquarium: gesnipperd mosselvlees, kleine kreeftachtigen, Tubifex, muggenlarven,... Beter elke dag een weinig, dan af en toe veel. Te grote brokken worden later half verteerd uitgespuwd.
VERMEERDERING EN VOORTPLANTING: kolonies bestaan vaak uitsluitend uit mannetjes of vrouwtjes. Ze ontstonden door lengtedeling van een eerste individu, wat gebeurt vanaf een voetdiameter van 4-5 cm. De voortplanting gebeurt via eieren en larven.
BIJZONDERHEDEN:sommige dieren zoeken bescherming bij A. sulcata, o.a. Gobius bucchichii, Mia verrucosa, Pisa tetraodon, Leptomysis mediterranea. Exemplaren uit dieper water zijn bleker, missen vaak de roodviolette tentakelspitsen.
Bewerkt door:
Harry Voet, april 1982
Laatst bijgewerkt op: 09-07-2010
   naar Aquariumwereld Delen - Mailen - Bewaren
AANGEBODEN DOOR
AQUARIUMWERELD
UW MAANDBLAD VOOR AQUARIUM- EN TERRARIUMKUNDE