Artemia franciscana
Kellog, 1906

Artemia franciscana
Foto:

IDENTITEIT: orde: Anostraca; familie: Artemiidae.
EERSTBESCHRIJVING: ln 1906, door Kellog als Artemia franciscana in Science 24:596
SYNONIEM: Artemia salina
NEDERLANDSE NAAM: Pekelkreeftje
MAXIMALE GROOTTE: ca. 15 mm
GESLACHTSONDERSCHEID: Mannetjes bezitten een grijporgaan, dat tijdens de voortplantingsperiode wordt gebruikt om het vrouwtje vast te houden. Vrouwtjes bezitten een broedbuidel.
HOUDBAARHEID: Het pekelkreeftje wordt doorgaans niet in een aquarium gehouden. Droge eieren, ook wel cysten genoemd, kunnen extreme temperaturen verdragen en kunnen een zeer lange tijd - afhankelijk van de omstandigheden zelfs enkele jaren - inactief blijven. Ze kunnen worden gehouden in een fel belicht en bealgd aquarium met daarin een oplossing van kunstmatig zeezout. Een lage waterstand (acht tot tien centimeter) en een goede doorluchting zijn noodzakelijk.
DIERENRIJK
O b
       
Milieu Aquarium Kweek
Zuurtegraad pH 8,0 - 8,5 8,5
Dichtheid 1,003 - 1,005
Temperatuur °C 14 - 35 14 - 25
VERSPREIDING: Over de gehele aarde
Kaart voorkomen
BIOTOOP: ln grote zoutmeren en andere zoute wateren. Komt ondanks zijn zoutbehoefte - eigenaardig genoeg - niet voor in zeeën. De in aquariumkringen als visvoedsel gebruikte soort is meestal afkomstig uit de Francisca Bay in Amerika.
GEDRAG: Houden zich ofwel dicht tegen de bodem op, ofwel verzamelen ze zich in een wolk op de lichtste plaats. Een gelijkmatige belichting en een goede doorluchting zorgen echter voor een goede verspreiding. De levensduur in zoet water bedraagt - naargelang de samenstelling en/an - slechts twee uur tot amper acht uur. ln goede omstandigheden gehouden, worden ze enkele maanden oud.
VOEDSEL: Voeden zich met voedseldeeltjes, welke uit het water worden gefilterd. Algen en vooral zweefalgen zijn dan ook erg belangrijk. Stoffijn kunstvoer, zoals Liquifry en Mikrozell, kunnen, naast goed opgeloste bakkersgist, aan het water worden toegevoegd. Liever meermaals kleine hoeveelheden van dit voedsel toedienen, dan éénmaal te veel.
VERMEERDERING en VOORTPLANTING: Artemia francíscana plant zich geslachtelijk voort, maar ook vrouwtjesparing (parthenogese) komt veelvuldig voor. Tijdens de normale paring houdt het mannetje zich aan het vrouwtje, ongeveer ter hoogte van de eileider, vast. Het paartje zwemt, aldus gekoppeld, uren door het water. ln gunstige omstandigheden dragen de vrouwtjes de bevruchte eitjes in hun broedbuidel met zich mee, totdat de goed ontwikkelde, zwemrijpe jongen worden gelost. ln minder gunstige omstandigheden zorgt het vrouwtje enkel voor de eieren.
Eieren, met behulp van een membraanpomp, door luchtbellen in beweging gehouden, komen in water met een zoutoplossing van 35/60 gr/l. - na 24 tot 36 uren uit. De ontwikkeling van de larven verloopt over zeventien stadia, welke telkens aan een vervelling zijn gekoppeld.
BIJZONDERHEDEN: Alhoewel zelden gehouden, vormen de larven van het pekelkreeftje het waardevolste en het meest algemeen gebruikte opfokvoedsel voor jonge vissen. Het laten ontluiken van de cysten is dan ook een veel voorkomende activiteit onder aquariumliefhebbers. Pas ontloken larven hebben de grootste voedingswaarde.
Het pekelkreeftje dat in de liefhebberij gebruikt wordt is A. francíscana en niet A. salina, welke slechts zeer sporadisch benut wordt.
Bewerkt door:
Hugo Vits, maart 1997
Laatst bijgewerkt op: 15-11-2022
   naar Aquariumwereld Delen - Mailen - Bewaren
AANGEBODEN DOOR
AQUARIUMWERELD
UW MAANDBLAD VOOR AQUARIUM- EN TERRARIUMKUNDE