(Kirk) Cockayne, 1907
Foto: Guido Lurquin
Foto: Guido Lurquin
| IDENTITEIT: orde: Rosales; familie: Crassulaceae. | ||||||||||||||||||||||||||
| EERSTBESCHRIJVING: in 1899 door T. Kirk als Tillaea helmsii in Fl. Nov. Zel., p. 142. Door Cockayne onder Crassula geplaatst in 1907. | ||||||||||||||||||||||||||
| SYNONIEM: Tillaea helmsii, T recurva, Crassula recurva, Bullardia recurva | ||||||||||||||||||||||||||
| NEDERLANDSE NAAM: naaldkruid | ||||||||||||||||||||||||||
| MAXIMALE GROOTTE: veelvuldig vertakte stengels dragen 4 tot 18 mm lange kruisgewijze tegenoverstaande, zittende blaadjes. Aan de lagere knopen worden wortels gevormd. De bovenwatervorm draagt kleinere, maar dikkere blaadjes. Aan deze glanzende blaadjes is duidelijk te zien dat het om een vetplant gaat. | ||||||||||||||||||||||||||
| Zeer goed in de tuinvijver of het paludarium. |
HOUDBAARHEID: erg geschikt voor de buitenvijver. Wat moeilijker houdbaar in aquaria maar wel goed toepasbaar in het paludarium. Emerse cultuur is erg makkelijk, zelfs in droge kamerlucht. | |||||||||||||||||||||||||
|
| |||||||||||||||||||||||||
| VERSPREIDING: Australië en Nieuw-Zeeland, ingeburgerd in Engeland. | ||||||||||||||||||||||||||
 |
 | |||||||||||||||||||||||||
| BIOTOOP: groeit in zijn natuurlijke habitat alleen in ondiepe wateren, maar groeit in Engeland ook in meren tot op een diepte van 3 m. Heeft zich in Engeland de laatst 25 jaren zo explosief vermeerderd dat inheemse waterplanten er door worden verdrongen. | ||||||||||||||||||||||||||
| Zuurstofplant | GEDRAG: een prima zuurstofplant voor de vijver maar kan er wel wat gaan woekeren. Heel kleine witte bloemetjes komen tot ontwikkeling aan stengels die het wateroppervlak hebben bereikt. Ook langs de oever, op vochtige grond worden bloemetjes gevormd tussen de aldaar gevormde dichte matjes van door elkaar gestrengelde takjes. | |||||||||||||||||||||||||
| BODEM: van weinig belang. | ||||||||||||||||||||||||||
| Sterke belichting | BELICHTING: sterke belichting is noodzakelijk in het aquarium. | |||||||||||||||||||||||||
| VERMEERDERING: vooral vegetatief. | ||||||||||||||||||||||||||
| BIJZONDERHEDEN: het genus Crassula omvat een 300-tal soorten vetplanten, die bijna allemaal rots- woestijnen-, halfwoestijnen en toendrabewoners zijn. Een vetplant die onder water groeit is wel iets heel bijzonder. |
