Hydrilla verticillata
(Linnaeus filius, 1781) Royle, 1839

Hydrilla verticillata
Foto: Harry Voet

IDENTITEIT: orde: Alismatales; familie: Hydrocharitaceae.
EERSTBESCHRIJVING: ln 1781, door Linnaeus, als Serpicula verticullata, in Suppl. Sp. Pl. : 416. - Door Royle in 1839 in Hydrilla geplaatst.
SYNONIEM: Hydrilla alternifolia, H. najadifolia, H. ovalifolia, H. roxburghii, H. wightii.
NEDERLANDSE NAAM:
MAXIMALE GROOTTE: 1,5 à 3 m lange stengels
HOUDBAARHEID: Groeit zeer goed in het aquarium, maar opgelet voor een te krappe belichting: de afstanden tussen de bladkransen worden dan te groot, zodat de plant een te ijle en weinig decoratieve indruk maakt. Steeds ondergedoken levende waterplant. Toch is de beworteling stevig te noemen, terwijl ook de groei minder is bij niet inplanting. Ruim aanpassingsvermogen voor wat betreft de waterhoedanigheden. De donkergroene kleur leent zich goed tot contrastwerking met lichtere planten. - Toepassing : randbeplanting.
PLANTENRIJK
R g I 08
       
Milieu (*) Aquarium Vermeerdering
Zuurtegraad pH 7 6,5 - 8

Stekken

Totale hardheid °DH 8 0 - 20
Temperatuur °C 30,3 18 - 30
Geleidbaarheid µS 215
* Metingen van waterhoedanigheden gedaan nabij Tricomalee (Sri Lanka) op 29-07-82
VERSPREIDING:
Kaart voorkomen
BIOTOOP: Groeit in zeer uiteenlopende watertypes, gaande van snelstromend tot stilstaand, helder zowel als enigszins troebel, met een steenachtige of een modderige bodem. De uiterlijke vorm past zich daarbij in zekere mate aan; bv. in snelstromend water staan de bladkransen zeer dicht op elkaar, tenlvijl de plant - door de stroming tegen de bodem gedruktlangs de bodem kruipt en er een tapijt vormt. ln stilstaand water daarentegen is het uiterlijk minder gedrongen en worden opstijgende guirlandes gevormd.
BODEM: Aquariumgrint (korrelgrootte 2 - 3 mm) voldoet uitstekend. Klei- of leemtoevoeging is onnodig, alhoewel niet schadelijk. De plant wortelt stevig, doch waarschijnlijk enkel als verankering, om zich in snelstromend water te kunnen handhaven.
BELICHTING: Zeer sterke belichting levert de dichtst bebladerde - en dus mooiste - stengels op. Een geringere belichting wordt goed overleefd, maar dan rekken de stengels zich overmatig.
VERMEERDERING: Zeer gemakkelijk te vermeerderen door stekken toppen en stekken. Elk stengeldeel kan nieuwe zijscheuten opleveren. Ook onderaan, vanuit het ingeplante stengeldeel ontstaan zijscheuten. Uit zichzelf, dus zonder toppen, vertakt de plant zich slechts matig.
BIJZONDERHEDEN: Lijkt sterk op waterpest (Elodea canadensis), doch de blaadjes hebben een duidelijk zichtbaar gezaagde bladrand en staan in kransen van 4 tot 9 (in het aquarium meest 5 - 6) ingeplant. Bij E. canadensis is de bladrand (op het oog) glad, terwijl meestal slechts 3 blaadjes per krans te tellen zijn (zelden 2 - 5). Beneden 18°C ontwikkelen zich winterknoppen en stopt de groei. Toch overleeft de soort in ons klimaat niet. Een variëteit met sterk gekrulde bladeren, H. verticillata var. crispa, werd ook wel als soort opgevat: Udora lithuanica Besser.
Bewerkt door:
Harry Voet, februari 1990
Laatst bijgewerkt op: 10-06-2015
   naar Aquariumwereld Delen - Mailen - Bewaren
AANGEBODEN DOOR
AQUARIUMWERELD
UW MAANDBLAD VOOR AQUARIUM- EN TERRARIUMKUNDE