(Nees, 1822)
Foto: Arend van den Nieuwenhuizen
Foto: Arend van den Nieuwenhuizen
| IDENTITEIT: orde: Scrophulariales; familie: Acenthaeceae. | ||||||||||||||||||||||||||
| EERSTBESCHRIJVING: in 1822, door Nees, als Ruellia triflora | ||||||||||||||||||||||||||
| SYNONIEM: Ruellia difformis, Ruellia triflora, Synnema triflorum | ||||||||||||||||||||||||||
| NEDERLANDSE NAAM: vaantjesplant. | ||||||||||||||||||||||||||
| Stengelplant | MAXIMALE GROOTTE: lange stengelplant (70 cm en langer) | |||||||||||||||||||||||||
| HOUDBAARHEID: snelle groeier die weinig eisen stelt aan de waterkwaliteit. Verlangt veel licht. Mooie blikvanger in een plantenaquarium. | ||||||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||||
| VERSPREIDING: India, Birma, Thailand, Maleis schiereiland. | ||||||||||||||||||||||||||
 |
 | |||||||||||||||||||||||||
| BIOTOOP: moerasgebieden in Zuidoost-Azië. | ||||||||||||||||||||||||||
| Verschillende bladvormen | GEDRAG: decoratieve plant die, naargelang de milieuomstandigheden, verschillende bladvormen heeft. De emerse bladvorm is klein en ellipsvormig met gekartelde rand. Submers gehouden krijgt deze plant lichtgroene, grotere en diep ingesneden bladeren. Bij wijziging van het watermilieu (een grote waterverversing, een verandering van de waterparameters of een verplanting naar een ander aquarium) komen aanvankelijk de volle bladeren (emerse bladvorm) tevoorschijn. Daarna verschijnen terug de typische ingesneden bladeren. Als de plant echt groot wordt, vallen de onderste bladeren af. | |||||||||||||||||||||||||
| Zijtakken laten inwortelen. Stekken |
VERMEERDEREN: wanneer de plant een zekere lengte heeft, vormen zich onderaan zijtakken die uitgroeien, naar de bodem neerbuigen, erin wortelen en zo een nieuwe plant worden. Zoals bij de meeste stengelplanten het geval is, kan men deze plant ook stekken. | |||||||||||||||||||||||||
| BIJZONDERHEDEN: sluiten 's nachts hun blaadjes. Deze plant is bij veel liefhebbers nog bekend onder zijn oude naam Synnema triflorum |
