Coris aygula
Lacépède. 1801

Coris aygula
Foto: Arend van den Nieuwenhuizen

IDENTITEIT: orde: Perciformes; familie: Labridae.
EERSTBESCHRIJVING: In 1801, door Lacépède, als Coris aygula Histoire naturelle des poissons v. 3;
SYNONIEM: Coris angulata
NEDERLANDSE NAAM: Oranjevlek-lipvis
MAXIMALE GROOTTE: ruim 30 cm in aquarium: meer dan 1 meter in de natuur.
GESLACHTSONDERSCHEID: onbekend
HOUDBAARHEID: Gemakkelijk houdbare soort. die echter vrij snel groeit en daardoor voor het normale huiskameraquarium te groot wordt.
DIERENRIJK
Z h XXXIV 81
       
Milieu Aquarium Kweek
Zuurtegraad pH 8 - 8,3 8 - 8,4
Dichtheid 1,025 1,020 - 1,027
Temperatuur °C 23 - 25 22 - 27
VERSPREIDING: Rode Zee, Indische en Stille Oceaan
Kaart voorkomen
BIOTOOP: De volwassen en oudere dieren leven solitair verspreid over het rif. terwijl jonge dieren worden aangetroffen in lagunen. met een voorkeur voor plaatsen met een sterke wierbegroeiing.
GEDRAG: Tegenover medebewoners en familiegenoten vrij onschuldig. Oudere dieren zijn tegen soortgenoten agressief. Uitgesproken zwemmers, die men constant kan observeren en die niet schuw zijn. Het zwemmen gebeurt hoofdzakelijk door middel van de borstvinnen, waardoor de voortbeweging schoksgewijze plaatsvindt. De staartvin fungeert als roer. ln het algemeen houdt deze vis de langgerekte rug- en anaalvin min of meer platgelegd tegen het lichaam. Wanneer echter een imponeerhouding wordt aangenomen, wordt de flank getoond en worden de vinnen volledig gespreid, waardoor hun prachtige vorm zichtbaar is.
ln het aquarium de ganse dag druk bezig met bodemzand om te woelen, op zoek naar eetbaars. Hebben daardoor ook een nuttige functie, doordat de bodem luchtig gehouden wordt en vrij van bealging. Stukjes koraal en schelpen worden in de bek genomen en verplaatst. Voor de nacht of wanneer gevaar dreigt graven de vissen zich in in het bodemzand. Daarom wordt aangeraden een wat dikkere zandlaag aan te brengen.
VOEDSEL: Alle soorten dierlijk voer. Ook droogvoer, doch slechts als versnapering. Erg gulzige eter, die ook grotere voedselbrokken aankan. Deze worden dan in de bek gehouden en tegen het koraal gestoten om er stukken af te halen.
KWEEK: Geen meldingen daarover in het aquarium
BIJZONDERHEDEN: Zoals vele lipvissen heeft ook deze soort een van het volwassenkleed afwijkend jeugdpatroon. Jonge dieren zijn felwit, met zwarte stippen over de koppartij verstrooid. Twee feloranje vlekken sieren de rugzijde. Deze vlekken vervagen met de ouderdom, om uiteindelijk volledig te verdwijnen. Ook de witte basistoon van het lichaam wordt naarmate de vis groeit alsmaar grauwer en op een bepaald ogenblik wordt het lichaam verticaal doormidden gedeeld door een lichtere band. ln een nog later stadium krijgt de vis een groenachtige glans.
Bewerkt door:
Werner Bleys, januari 1988
Laatst bijgewerkt op: 27-06-2015
   naar Aquariumwereld Delen - Mailen - Bewaren
AANGEBODEN DOOR
AQUARIUMWERELD
UW MAANDBLAD VOOR AQUARIUM- EN TERRARIUMKUNDE