Paracanthurus hepatus
(Linnaeus, 1766)

[Foto van Paracanthurus hepatus]
Foto: Aimé Bijnens

IDENTITEIT: orde: Perciformes; familie: Acanthuridae.
EERSTBESCHRIJVING: in 1766 door C. Linnaeus als Teuthis hepatus in "Systema Naturae", 12de ed.:507.
SYNONIEM: Acanthurus teuthis Lacépède, 1802.
NEDERLANDSE NAAM: picassodoktersvis.
MAXIMALE GROOTTE: natuur: 25 cm;
aquarium: 18 cm. Groei verloopt vrij snel, zeker in grote aquaria. Jonge dieren kunnen in een tijdspanne van 2 jaar soms tot 15 cm bereiken.
GESLACHTSONDERSCHEID:
HOUDBAARHEID: kan zeker tot de goed houdbare dieren worden gerekend. Aanpassing aan het aquarium verloopt vlot. Wel gevoelig voor huidparasieten. Bij Oödinium- of Cryptocaryon- infecties zijn zij mede bij de eerst aangetaste dieren. Laten zich echter vlot behandelen met een dosering van kopersulfaat.
DIERENRIJK
Z h XXXIV 135
       
Milieu Aquarium kweek
Zuurtegraad pH 8,0 - 8,3 7,8 - 8,4
Dichtheid 1,024 1,022 - 1,028  
Temperatuur °C 25 -27 24 - 28  
VERSPREIDING: Indische en Stille Oceaan. Oost-Afrika, Indië, Sri Lanka, Indo-Australische archipel.
[Kaart voorkomen
BIOTOOP: in scholen in de bovenste lagen van het koraalrif.
GEDRAG: vrij verdraagzaam tegenover medebewoners en zelfs tegen soortgenoten, dit in tegenstelling tot de meeste doktersvissen welke zelfs sterk gelijkende doktersvissen niet tolereren. Kan daardoor, wanneer gelijktijdig in het aquarium gebracht, met meerdere soortgenoten tezamen worden verzorgd.
Uitgesproken zwemmer die echter wel schuilplaatsen verlangt. Blijven vrij schrikachtig en trekken zich bij de minste verstoring onmiddellijk terug tussen decoratie. ´s Nachts wordt een vaste slaapplaats bezet. De zwarte tekening kan, naargelang de gemoedstoestand, volledig verbleken. De voortbeweging gebeurt door middel van de zijvinnen die beiden gelijktijdig achterwaarts omhoog worden bewogen. Hierdoor ontstaat een schokkende zwemwijze. Niettegenstaande dat kunnen ze zich razendsnel voortbewegen en zijn uiterst wendbaar.
VOEDSEL: van nature zijn ze vegetariërs (algen en wieren), doch in het aquarium wordt ook gretig dierlijk voedsel geaccepteerd. Ook droogvoer. Optimaal zijn sterk bealgde aquaria. Bijvoeding van groen, onder de vorm van sla of spinazie, vastgehecht aan een stukje koraal.
KWEEK: onmogelijk in het aquarium. Vrijleggers, waarbij de eitjes een soort "oliedruppeltje" bezitten, hetgeen hen het drijfvermogen verleent.
BIJZONDERHEDEN:
Bewerkt door:
Werner Bleys, september, 1982
Laatst bijgewerkt op: 10-07-2017
   naar Aquariumwereld Delen - Mailen - Bewaren
AANGEBODEN DOOR
AQUARIUMWERELD
UW MAANDBLAD VOOR AQUARIUM- EN TERRARIUMKUNDE