Aphyosemion lamberti
Radda & Huber, 1977

Aphyosemion lamberti
Foto: Arend van den Nieuwenhuizen

IDENTITEIT: orde: Atheriniformes; familie: Cyprinodontidae.
EERSTBESCHRIJVING: ln 1977, als Aphyosemion lamberti, door Radda A. & Huber J., in Aquaria, 24:59-69
SYNONIEM: Aphyosemion christyi Lambert & Géry, 1967, nec Boulenger, 1915 (*)
NEDERLANDSE NAAM:
MAXIMALE GROOTTE: 50 mm in de natuur; ± 35 mm in het aquarium
GESLACHTSONDERSCHEID: De mannetjes zijn blauw tot turkooisblauw en dragen op het lichaam en de rood gezoomde wimpelvormige vinnen talrijke rode vlekken. De vrouwtjes zijn bruingrijs met roodbruine stipjes op de schubben en de doorzichtige afgeronde vinnen.
HOUDBAARHEID: Goed houdbaar, mits afwisselend levend voer van gepaste grootte. Als afwisseling kan men ook wel eens droogvoer verstrekken. De vissen komen het best tot hun recht bij een waterhoogte van minder dan 20 cm. De bodem bestaat best uit turfvezel of is beplant met javamos. Men moet talrijke schuilplaatsen voorzien. In tegenstelling tot veel andere Aphiosemion-soorten, verdragen ze goed veel licht. Het is geen beginnersvis, omwille van de iets moeilijker opfok.
DIERENRIJK
Z h XXIV 09
       
Milieu Aquarium Kweek
Zuurtegraad pH +/- 5 6 - 7 6 - 7
Totale hardheid °DH > 1,2 > 2 > 2
Temperatuur °C 21 - 24 18 - 22 20 - 22
Geleidbaarheid µS 20 - 60
VERSPREIDING: Afrika : Centraal Gabon
Kaart voorkomen
BIOTOOP: Kleine ondiepe watertjes - met een voorkeur voor bospoelen - in Centraal Gabon tussen Ayem en Booué, in het Ogooué-bekken.
GEDRAG: Schuchtere vis, welke zeer verdraagzaam is ten opzichte van soortgenoten, andere killy's en kleinere vissen. Het is mogelijk ze in schoolverband te houden. Een schooltje bestaat uit een dominante man en een zestal vrouwtjes, vergezeld van jongere mannetjes en jongbroed van verschillende ouderdom.
VOEDSEL: Afwisselend levend voer van aangepaste grootte. Ook droogvoer en geschraapt runderhart worden genomen.
KWEEK: Eén koppeltje - of het schooltje - wordt overgeplaatst in een klein aquarium, voorzien van helder, zuiver water en beplant met javamos of voorzien van een bodem uit turfvezel. Ook de klassieke vlottende of op de bodem rustende "mop" kan gebruikt worden.
Voor beginners is het aan te raden om een turfvezelbodem te nemen. Bij goede voeding worden regelmatig grote legsels afgezet. De kleine eitjes zijn zeer kwetsbaar en kippen - afhankelijk van de temperatuur - na 14 tot 21 dagen. De jongen groeien traag op. Er is een grote wanverhouding tussen de sexen. Een legsel van honderden eieren kan soms alleen maar mannetjes opleveren. Na twee maand wordt het geslachtsonderscheid merkbaar. Misschien is het best de sexen afzonderlijk te laten opgroeien.
BIJZONDERHEDEN: Er bestaan meerdere plaatselijke varianten, welke men best niet samen houdt, daar ze onderling vlot kruisen.
(*) NvdR: Volgens William Eschmeyer is Aphyosemion christyi (Boulenger 1915), een andere soort.
Bewerkt door:
Femand Verbeeck, oktober 1993
Laatst bijgewerkt op: 03-09-2016
   naar Aquariumwereld Delen - Mailen - Bewaren
AANGEBODEN DOOR
AQUARIUMWERELD
UW MAANDBLAD VOOR AQUARIUM- EN TERRARIUMKUNDE