Foto: Arend van den Nieuwenhuizen
IDENTITEIT: orde: Perciformes; familie: Cichlidae. | |||||||||||||||||||||||||||||
EERSTBESCHRIJVING: In 1940, door J. HeckeI, als Geophagus cupido in Ann. Wien. Mus. ll p. 389. | |||||||||||||||||||||||||||||
SYNONIEM: Mesops cupido, Geophagus mesops cupido | |||||||||||||||||||||||||||||
NEDERLANDSE NAAM: | |||||||||||||||||||||||||||||
MAXIMALE GROOTTE: Mannetjes tot 14 cm, vrouwtjes tot 12 cm. | |||||||||||||||||||||||||||||
Miniem | GESLACHTSONDERSCHEID: Volwassen mannetjes zijn groter dan dito vrouwtjes. Bij gezonde exemplaren zijn de kleuren van de mannetjes feller dan deze van de vrouvvtjes. Al bij al is er slechts een zeer miniem geslachtsonderscheid. | ||||||||||||||||||||||||||||
Erg moeilijk | HOUDBAARHEID: Wildvangexemplaren zijn zeer moeilijk aan aquariumomstandigheden te wennen en zijn zeer gevoelig voor alle mogelijke parasitaire en andere infecties. Een aquarium van150cmx50cmx50cm met zeer veel schuilmogelijkheden - vooral kienhout - is absoluut noodzakelijk om 7-8 exemplaren te houden. | ||||||||||||||||||||||||||||
|
| ||||||||||||||||||||||||||||
VERSPREIDING: Zuid-Amerika: gans het Amazonegebied en Guyana (Esssequibo en Demerara) | |||||||||||||||||||||||||||||
Zeer verspreid, doch zeldzaam | BIOTOOP: Exacte biotoopgegevens zijn ons niet bekend, wel weten wij dat deze soort gevangen wordt over gans het Amazonegebied: van de Mato Grosso tot in de Guyana-landen, maar op alle vindplaatsen zeer zeldzaam. | ||||||||||||||||||||||||||||
- Onderling agressief - Schuw |
GEDRAG: Zowel de mannetjes als de vrouwtjes zijn onderling erg agressief. Andere soorten worden met rust gelaten, maar omdat B. cupido zelf nogal sohuw is, wordt hij beter alleen gehouden. De mannetjes zijn monogaam en verdedigen fel hun territorium. | ||||||||||||||||||||||||||||
Carnivoor | VOEDSEL: Het is een carnivore soort, die minder dan de nauvwerwante Geophagus-soorten zijn voedsel uit de bodem zeeft. Alle aquatiele insekten worden gegeten, maar ook consumptievis en runderhart. | ||||||||||||||||||||||||||||
Eveneens moeilijk | KWEEK: Deze is alleen mogelijk bij de juiste watercondities (zie tabel). Op een beschut substraat worden er tot 400 eieren afgezet. Beide ouders nemen de broedzorg op zich. Van zodra de dooierzak verdwenen is, nemen de jongen Artemia-naupliën en later ook zeer fijn geraspt runderhart. | ||||||||||||||||||||||||||||
BIJZONDERHEDEN: Er wordt soms gewag gemaakt van muilbroeden. Tot nu toe is dit echter in gevangenschap nog niet waargenomen. Tot voor kort was het geslacht Biotodoma monotypisch, maar sinds 1976 werd ook Geophagus wavrini Gosse, 1963 overgeplaatst naar het geslacht Biotodoma - Biotodoma wavrini (Gosse, 1963). |