Danio rerio
(Hamilton 1822)

Danio rerio
Foto: L. Coppens

IDENTITEIT: orde: Cypriniformes; familie: Cyprinidae.
EERSTBESCHRIJVING: In 1822, door F. Hamilton (Buchanan) als Cyprinus rerio in Acc. Fish. riv. Ganges and branches: 323
SYNONIEM: Brachydanio rerio
NEDERLANDSE NAAM: Zebravisje; ook wel zebraatje
MAXIMALE GROOTTE: Worden niet groter dan 4 a 4.5 cm
GESLACHTSONDERSCHEID: De mannetjes zijn iets kleiner. maar intensiever gekleurd. De vrouwtjes zijn bleker. De lengtestrepen zijn meer zilverig en vooral in de buikpartij zijn ze forser gebouwd.
HOUDBAARHEID: Ideale beginnersvis. Komen best tot hun recht in een schooltje van minimum 10 stuks in een langwerpig aquarium met een rijke beplanting. Stellen een regelmatige waterverversing ten zeerste op prijs.
DIERENRIJK
Z h XVI 19
       
Milieu Aquarium Kweek
Zuurtegraad pH +/- 7 +/- 7
Totale hardheid °DH 10 - 20 10 - 20
Temperatuur °C 21 - 23 22 - 14
Geleidbaarheid µS
VERSPREIDING: Oostelijk deel van Voor-lndië
Kaart voorkomen
BIOTOOP: Bij voorkeur stromend water, maar ook in stilstaande waters, zoals rijstvelden, in het oostelijk deel van Voor-Indië.
GEDRAG: Steeds in beweging; vredelievend; stelt omzeggens geen eisen. Het onverdroten in beweging zijn kan ietwat nerveus overkomen.
VOEDSEL: Hoewel met weinig tevreden, zijn mooie exemplaren maar te bekomen door voldoende afwisseling in de voeding te geven, i.z. watervlooien, muggelarven e.a. Ook kunstvoer.
KWEEK: Hoegenaamd niet moeilijk, zodat we vooral aanraden slechts goede kweekstellen te gebruiken. Kies als mannetje enkel een waarvan de achtergrond der lengtestrepen nog staalblauw is en waarvan de strepen zelf lichtend goud gekleurd zijn. Klein kweekbakje (40x20x20 volstaat) vullen met vers water en enkele ranken planten of afzetsubstraat. Bodem tegen eierroof afdekken met grove keitjes, knikkers, kunstgras, legrooster, e.a. Standplaats zo kiezen dat 's morgens de eerste zonnestralen invallen. Eén of meerdere kweekstellen. Paring gebeurt 's morgens zeer vroeg. Na het afzetten, duidelijk te zien aan de ingevallen buikjes der vrouwtjes, de ouders verwijderen en het bakje tegen te scherp licht afdekken. Na drie dagen komen de larven uit en na nog drie dagen zwemmen ze in een schooltje dicht tegen de wateroppervlakte. Als eerste voedsel kan slechts het kleinste toegediend worden: slootinfusie of pantoffeldiertjes, dit gedurende een achttal dagen. Nadien Artemia-naupliën. Het is raadzaam het toedienen van infusie nog gedurende meerdere dagen (zelfs weken) door te zetten om een gelijkmatige opgroei te bekomen. Ze groeien tamelijk rap, inzonder als regelmatig een groot deel van het water wordt ververst.
BIJZONDERHEDEN:
Bewerkt door:
Luc Coppens, december 1986
Laatst bijgewerkt op: 01-08-2015
   naar Aquariumwereld Delen - Mailen - Bewaren
AANGEBODEN DOOR
AQUARIUMWERELD
UW MAANDBLAD VOOR AQUARIUM- EN TERRARIUMKUNDE