Nimbochromis livingstonii
(Günther 1894)

Nimbochromis livingstonii
Photo: Wen2li3, via Wikimedia Commons, (edit by BBAT), (Public domain) 

IDENTITEIT: orde: Perciformes; familie: Cichlidae.
EERSTBESCHRIJVING: In 1893, door A. Gunther, als Hemichromis livingstonii in proc. Zool. Soc. Lond. 1893 : 625
SYNONIEM: Haplochromis livingstonii
NEDERLANDSE NAAM: Gevlekte slaper
MAXIMALE GROOTTE: Worden tot 20 cm groot
GESLACHTSONDERSCHEID: Geen uiterlijke verschillen bekend. Mogelijk zijn de mannetjes iets groter. In de paartijd verandert het kleurpatroon: de mannetjes worden donkerblauw en de vrouwtjes ruilen de vlekkentekening voor een goudgroen kleed.
HOUDBAARHEID: Alleen geschikt voor grote speciaalaquaria. Zandbodem. Vlakke, gestapelde stenen. Lintvormige planten. Hoewel in de natuur een uitgesproken roofvis, zijn grotere vissen als gezelschap te houden.
DIERENRIJK
Z h XXXIV 68
       
Milieu Aquarium Kweek
Zuurtegraad pH 6,5 - 7,5 6,5 - 7,5
Totale hardheid °DH 10 - 20 10 - 20
Temperatuur °C 22 - 25 24 - 26
Geleidbaarheid µS
VERSPREIDING: Afrika - Malawimeer, vooral de oostzijde
Kaart voorkomen
BIOTOOP: Endemisch in het Malawimeer. Bewoont de zandige kuststroken met een uitgebreide Vallisneria-begroeiing. Meer frequent aan de oostzijde dan aan de westkant van het meer. Roofvis.
GEDRAG: Nakweek van in hetzelfde aquarium opgebrachte soorten is relatief veilig. Slechts in de paartijd vallen al eens harde klappen. Het typische gedrag (zie bijzonderheden) is in het beperkte milieu van een aquarium maar zelden te zien inz. als de vissen voldoende krachtig voedsel krijgen.
VOEDSEL: Alle mogelijke voedseldieren, niet noodzakelijk kleine visjes. Enige bijvoeding met plantaardige kost is raadzaam.
KWEEK: Muilbroeder. Eieren worden afgezet op een vlakke steen, een stuk hout of in een kleine kuil en worden door het vrouwtje in de muil genomen. In een ruim aquarium met een niet te dichte bevolking kan het vrouwtje haar taak voldoende aan. De ontwikkeling duurt 18-21 dagen. Het vrouwtje toont onmiddellijk een actieve broedzorg. Bij naderend gevaar worden de jongen terug in de bek genomen tijdens de eerste dagen na het vrijzwemmen. Opkweek zonder noemenswaardige problemen.
BIJZONDERHEDEN: Zijn bijnaam - in het Afrikaans: kaligono - kreeg de vis wegens zijn bijzondere manier van roven: liggend op de zijde, en mede door zijn typische camouflagekleuren, geeft hij de indruk een halfverteerde dode vis te zijn. Kleine aaseters worden aldus verschalkt.
Bewerkt door:
L. Coppens, december 1990
Laatst bijgewerkt op: 23-06-2017
   naar Aquariumwereld Delen - Mailen - Bewaren
AANGEBODEN DOOR
AQUARIUMWERELD
UW MAANDBLAD VOOR AQUARIUM- EN TERRARIUMKUNDE