Staeck, 1975
Foto: Robert Van Mossevelde
Foto: Robert Van Mossevelde
| IDENTITEIT: orde: Perciformes; familie: Cichlidae. | |||||||||||||||||||||||||||||
| EERSTBESCHRIJVING: : in 1975 door W. Staeck als Julidochromis dickfeldi in Rev. Zool. Afr. 89 (4): 981. | |||||||||||||||||||||||||||||
| SYNONIEM: | |||||||||||||||||||||||||||||
| NEDERLANDSE NAAM: | |||||||||||||||||||||||||||||
| MAXIMALE GROOTTE: 8 à 9 cm | |||||||||||||||||||||||||||||
| GESLACHTSONDERSCHEID: niet gemakkelijk te onderscheiden, bij volwassen dieren zijn de vrouwtjes iets groter. Bij de vrouwtjes zou de aflegbuis aan het einde van een weerhaakje zijn voorzien en enigszins naar voren zijn gericht, terwijl de genitaalpapil bij de mannetjes naar achteren gericht is en ook wat langer is dan die van de vrouwtjes. | |||||||||||||||||||||||||||||
| Lang aquarium Veel stenen Paarsgewijs houden. |
HOUDBAARHEID: het is aan te raden hen een aquarium te geven van een grote lengte, de hoogte ervan komt op de tweede plaats. Het aquarium wordt best opgebouwd met veel stenen, met smalle hoge spleten en gaten. Best paarsgewijs houden daar ze tegenover elkaar nogal agressief kunnen zijn. | ||||||||||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
| VERSPREIDING: Afrika: het zuidwesten van het Tanganyikameer. | |||||||||||||||||||||||||||||
 |
 | ||||||||||||||||||||||||||||
| BIOTOOP: deze langgestrekte cichlide komt endemisch voor in het zuidwesten van het Tanganyikameer. De enige bekende vindplaats bevindt zich in Zambia aan de noordgrens van het Sumbu-Nationaalpark. | |||||||||||||||||||||||||||||
| GEDRAG: ze kunnen goed samengehouden worden met Neolamprologus- en Challinochromis-soorten. De dieren zoeken zelden de open zwemruimten op, steeds zijn ze te vinden in de nabijheid van de bodem en bij het minste gevaar duiken ze tussen de stenen. | |||||||||||||||||||||||||||||
| Alleseter | VOEDSEL: alle soorten levend voedsel en diepvriesvoer. Ook wat plantaardig voedsel en droogvoer. | ||||||||||||||||||||||||||||
| KWEEK: in een biotoopaquarium voor Tanganyika-cichliden heeft men de meeste kans op een gelukte kweek. Dit wil zeggen dat we het aquarium moeten inrichten met veel rechtopstaande stenen (leistenen zijn zeer goed geschikt) met smalle spleten, waartussen ze diep doordringen om hun eitjes af te zetten. Deze cichliden verzorgen en verdedigen hun broed in een ouderfamilie waarbij beide ouderdieren evenveel werk op zich nemen. In een aquarium van 130 x 50 x 50 cm met veel schuilmogelijkheden, kwamen de vissen enkele malen tot eiafzetting. Het waren kleine nestjes van hoogstens een tiental jongen die wel snel opgroeiden. | |||||||||||||||||||||||||||||
| BIJZONDERHEDEN: Julidochromis dickfeldi onderscheidt zich van de andere Julidochromis-soorten door zijn helbruine grondkleuring, waarop de zwarte langsbanden nog goed zichtbaar zijn. |
