Poll, 1952
Foto: Wilfried Van der Elst
Foto: Wilfried Van der Elst
| IDENTITEIT: orde: Perciformes; familie: Cichlidae. | |||||||||||||||||||||||||||||
| EERSTBESCHRIJVING: in 1952, door: M. Poll als Lamprologus signatus in Bull. Inst. Roy. Sci. Nat. Bel. 28:17. | |||||||||||||||||||||||||||||
| SYNONIEM: de vrouwtjes werden in 1956 door Poll beschreven als Lamprologus kungweensis. | |||||||||||||||||||||||||||||
| NEDERLANDSE NAAM: | |||||||||||||||||||||||||||||
| MAXIMALE GROOTTE: de vis is een van de kleinste soorten. Het mannetje wordt tot ca. 5.5 cm groot. het vrouwtje tot 3.5 cm. | |||||||||||||||||||||||||||||
| GESLACHTSONDERSCHEID: kenmerkend voor de vrouwtjes is de grote, zwarte, vlek in de rugvin. De vlek is afgeboord met witte rand. Bij de mannetjes ontbreekt de vlek in haar geheel. | |||||||||||||||||||||||||||||
| HOUDBAARHEID: mits in het aquarium een gebied met slakkenhuizen voorzien wordt en een voldoende dikke bodem zijn de dieren heel goed houdbaar. | |||||||||||||||||||||||||||||
|
| ||||||||||||||||||||||||||||
| VERSPREIDING: Afrika:Tanganyika-meer | |||||||||||||||||||||||||||||
 |
 | ||||||||||||||||||||||||||||
| BIOTOOP: L. signatus is een slakkenhuisbewoner uit het Tanganyika meer. Hij wordt er aangetroffen centraal voor de zuidwest kust van Zaïre (Moba) tot op een diepte van 50m! | |||||||||||||||||||||||||||||
| GEDRAG: vreedzaam. L. signatus leeft in het aquarium in slakkenhuizen omdat de bodem er meestal niet is wat de vis eigenlijk echt verlangt: dik en vast. ln zijn biotoop graaft deze in die harde bodem, of in de modder (sliblaag), holen met daar achter een soort kamertje dat in het aquarium meteen terug zou instorten. Vandaar dus de noodzaak aan slakkenhuizen. | |||||||||||||||||||||||||||||
| VOEDSEL: L. signatus voedt zich in de natuur met plankton. ln het aquarium heeft hij voldoende afwisselend voedsel nodig zoals Artemia. Cyclops, Daphnia enz... | |||||||||||||||||||||||||||||
| KWEEK: is dus eigenlijk een holengraver en een substraatbroeder die om praktische redenen in het aquarium slakkenhuizen nodig heeft om zich voort te planten. Bij het minste gevaar woelen zij immers zo erg in de modder dat hun woongebied door watertroebelheid aan het oog van de indringers (ook de vanger) onttrokken wordt. | |||||||||||||||||||||||||||||
| BIJZONDERHEDEN: men heeft ook vastgesteld dat de vrouwtjes tijdens de eerste incubatiedagen de eitjes durven verplaatsen naar een ander hol! |
