Mikrogeophagus altispinosus
(Haseman, 1911)

Mikrogeophagus altispinosus
Foto: Robert Van Mossevelde

IDENTITEIT: orde: Perciformes; familie: Cichlidae.
EERSTBESCHRIJVING: in 1911, door J. D. Haseman, als Crenicara altispinosa, in Ann. Carnegie Mus. 7(3/4):344.
SYNONIEM: Papiliochromis altispinosa.
NEDERLANDSE NAAM:
MAXIMALE GROOTTE: 7 à 9 cm
GESLACHTSONDERSCHEID: de mannetjes zijn kleurrijker, hebben langere vinnen en lange puntige buikvinnen.
HOUDBAARHEID: gemakkelijk. Met niet al te grote vissen samenhouden. Goed beplante aquaria met vele schuilplaatsen. Zacht en lichtzuur tot neutraal water.
DIERENRIJK
Z h XXXIV 68
       
Milieu Aquarium Kweek
Zuurtegraad pH 6 - 7,5 6 - 7,5 5,8 - 6,5
Totale hardheid °DH 0 - 1 5 - 12 5 - 10
Temperatuur °C 23 - 26 24 - 26 25 - 27
Geleidbaarheid µS
VERSPREIDING: Bolivia: Rio Mamoré en Rio Guaporé.
Kaart voorkomen
BIOTOOP: het natuurlijk verspreidingsgebied ligt in Bolivia, waar deze soort zowel snelstromende als langzaam stromende zijriviertjes van de Rio Mamoré en Rio Guaporé bewoont in de omgeving van Trinidad.
GEDRAG: goed samen te houden met andere kleine vissen, maar agressief tegenover soortgenoten, zeker tijdens de kweek en in te kleine aquaria. Een aquarium van 80 cm lengte is wel de minimum maat.
VOEDSEL: alle soorten klein levend voedsel. In het bijzonder muggenlarven en watervlooien hebben hun voorkeur, dan tonen ze ons ook hun mooiste kleuren. Diepvriesvoedsel en vlokkenvoer worden eveneens genomen.
KWEEK: in zacht en mineraalarm water, regenwater of gedistilleerd water met wat leidingwater gemengd. De pH-waarde naar 6 à 6,5 brengen door filtering over turf. Een temperatuur van 27 à 28 °C. Aquaria met een dichte randbeplanting en vele schuilplaatsen zijn voor hen zeer geschikt. Legsels van 200 eitjes zijn zeker geen uitzondering. Mikrogeophagus altispinosus is een open substraatbroeder. De eitjes worden afgezet op een plantenblad of een stuk kienhout en worden volgens de vele literatuur door beide ouderdieren verzorgd. In mijn aquarium werden de eitjes steeds afgezet op een gladde steen die eerst goed gepoetst werd. Het legsel werd alleen door het vrouwtje bewaakt. De man verdedigde de broedplaats rondom de broedruimte. Een week later zwom hij wel samen met het wijfje rond met ongeveer 200 nakomelingen. Regelmatige waterverversing zorgt ervoor dat het jongbroed snel en gelijkmatig opgroeit. Het eerste en beste opfokvoer is vers ontloken Artemia.
BIJZONDERHEDEN:
Bewerkt door:
Robert Van Mossevelde, oktober 2001
Laatst bijgewerkt op: 16-07-2010
   naar Aquariumwereld Delen - Mailen - Bewaren
AANGEBODEN DOOR
AQUARIUMWERELD
UW MAANDBLAD VOOR AQUARIUM- EN TERRARIUMKUNDE