Nothobranchius rachovii
Ahl, 1926

Nothobranchius rachovii
Foto: Arend van den Nieuwenhuizen

IDENTITEIT: orde: Atheriniformes; familie: Cyprinodontidae.
EERSTBESCHRIJVING: In 1926, door E. Ahl, als Nothobranchius rachovii, in Blätt. Aq. Ter. Kunde 37:346
SYNONIEM: Adiniops rachovii
NEDERLANDSE NAAM:
MAXIMALE GROOTTE: 50 mm voor de mannetjes en 40 mm voor de vrouwtjes.
GESLACHTSONDERSCHEID: Mannetjes bezitten een rode basiskleur, met blauwe vlekken. De blauwe vinnen zijn donker gevlekt. De vrouwtjes zijn éénkleurlg bruin tot grijs, met kleurloze vinnen.
HOUDBAARHEID: De normal levensduur, in de natuur is zes maanden en in het aquarium een jaar. De vissen zijn gevoelig voor allerlei ziekten en worden dikwijls aangetast door Oödinium.
Drijfgroen en mos zijn vereist als schuilplaats én tot demping van het licht. Tussen de planten en boven de donkere bodem moet voldoende zwemruimte overblijven. Elke week moet een vierde van het water ververst worden. Sterke filtering en doorluchting zijn strikt noodzakelijk, maar mogen geen sterke stroming veroorzaken. Geen beginnersvis en absoluut ongeschikt voor een gezelschapsbak.
DIERENRIJK
Z h XXIV 09
       
Milieu Aquarium Kweek
Zuurtegraad pH 7 6 - 7,5
Totale hardheid °DH 8 4 - 6
Temperatuur °C 20 - 25 24 - 30
Geleidbaarheid µS
VERSPREIDING: Afrika 1 Van Mozambique tot de oostkust van Zuid-Afrika
Kaart voorkomen
BIOTOOP: Periodiek - juni tot november - uitdrogende poelen in de savanna's van Mozambique en de oostkust van Zuid-Afrika.
GEDRAG: De mannetjes vormen een territorium en zijn dikwijls aggressief t.o.v. soortgenoten.
VOEDSEL: Afwisselend levend voedsel, vooral muggelarven, naast allerlei kleine kreeftachtigen, tubifex en droogvoer. Indien het voedsel te arm is aan vitamines, loopt de grootte van de vrouwtjes, na enkele generaties, sterk terug.
KWEEK: Het zijn bodemleggers, welke in de bovenste - 2 cm dikke laag - uitgekookte turf afleggen. Wegens het continue afleggen, wordt elke maand de turf vervangen. Uitgeknepen wordt hij nog veertien dagen aan de lucht gedroogd. De incubatie duurt normaal 5 tot 12 maanden, bij 18 tot 24°C. De eitjes worden opgegoten met zacht water - 2°DH - van 18 à 20°C. Na6 uren beginnen 10 tot 50%van de eieren te kippen. Na 48 uren wordt de turfterug uitgeknepen en gedroogd, om na zes weken terug te worden opgegoten voor de nakomers. De jongen nemen na enkele uren reeds Artemia. Het zijn trage groeiers, welke dikwijls aangetast worden door Oödinium. De mannetjes kleuren uit na één maand. Na twee maanden zijn de vissen geslachtsrijp.
BIJZONDERHEDEN: De metingen in het milieu dateren van de koudste maand, welke het uitdrogen van de poeltjes voorafgaat.
Er bestaan z.g. rode en blauwe varianten.
Bewerkt door:
Fernand Verbeeck, juli-augustus 1995
Laatst bijgewerkt op: 02-09-2015
   naar Aquariumwereld Delen - Mailen - Bewaren
AANGEBODEN DOOR
AQUARIUMWERELD
UW MAANDBLAD VOOR AQUARIUM- EN TERRARIUMKUNDE