Pelvicachromis roloffi
(Thys van den Audenaerde, 1968)

Pelvicachromis roloffi
Foto: Robert Van Mossevelde

IDENTITEIT: orde: Perciformes; familie: Cichlidae.
EERSTBESCHRIJVING: in 1968, door D. F. E. Thys van den Audenaerde, als Pelmatochromis roloffi, in Rev. Zool. Bot. Afric. 77(3/4):336.
SYNONIEM:
NEDERLANDSE NAAM:
MAXIMALE GROOTTE: 6 tot 8,5 cm
GESLACHTSONDERSCHEID: de mannetjes hebben lang uitgegroeide rug- en buikvinnen die spits uitlopen en een zwarte langsband van de snuit tot in de staartvin. Adulte vrouwtjes hebben een ronde violet gekleurde buik, zwarte afgeronde buikvinnen en ook bijna altijd zwarte ronde vlekjes in de rugvin.
HOUDBAARHEID: een aquarium van 80 cm lengte, ingericht met een donkere bodem en een dichte randbeplanting en voorzien van schuilmogelijkheden in de vorm van stenen en kienhout, is voor hen uitstekend geschikt. Ze zijn goed samen te houden met andere kleine cichliden, zeker met wat zalmpjes of kleine labyrintvisjes die de bovenste waterregionen bevolken.
DIERENRIJK
Z h XXXIV 68
       
Milieu Aquarium Kweek
Zuurtegraad pH 6 - 7 6 - 7,5 6 - 7
Totale hardheid °DH 0 - 2 6 - 10 3 - 5
Temperatuur °C 24 - 26 24 - 26 25 - 26
Geleidbaarheid µS
VERSPREIDING: West-Liberia, Oost-Guinea en Sierra-Leone
Kaart voorkomen
BIOTOOP: komt voor in zwak stromende, zuurstofrijke waterlopen, die door wouden en plantagegebieden stromen. Zacht en zuur water. Veel drijfplanten, die we hen ook in het aquarium trachten te geven. Roloff schrijft in zijn reisberichten over waterwaarden tussen 1 tot 2°DH, een neutrale pH-waarde van 7 en een temperatuur rond 25°C.
GEDRAG: best paarsgewijze houden. Het is een relatief vriendelijke soort die alleen tijdens de paartijd agressief is en alles rondom de broedplaats verjaagt. De dieren graven wat, maar laten de planten ongemoeid. Ze houden van wat schaduw. Drijfplanten zoals zijn zeer decoratief en voor de vissen aangenaam om boven hun hoofd te hebben.
VOEDSEL: het zijn alleseters, maar het is aan te raden hen levend voedsel te geven. Rode en zwarte muggenlarven, Daphnia, enchytreeën en ook gevriesdroogd voedsel wordt graag genomen.
KWEEK: een monogame holenbroeder. Ze zetten hun eitjes af in holen en gaten. Indien deze niet aanwezig zijn, gaan ze graven onder stenen en/of kienhout dat best tot op de bodem reikt. Voordat ze overgaan tot de eiafzetting, wordt er zeer langdurig gebaltst, waarbij het wijfje de meest attractieve partner is. Na de paring verzorgt het vrouwtje alleen de eitjes en later de jongen. De man bewaakt de omgeving rondom de broedplaats. Na ongeveer 8 dagen verschijnt ze dan met haar kroost, die dan door beide ouderdieren gevoederd en bewaakt worden. Een goed filter zorgt voor zuiver en zuurstofrijk water. Een geregelde waterwissel met zacht en lichtzuur water is aan te raden. Het jongbroed groeit dan sneller en in gelijke grootte op. In mijn aquarium gingen beide ouderdieren voor de eigenlijke paring twee dagen lang op hun kop staan om de bodem van het gehele aquarium te poetsen. Onophoudelijk naast elkaar staande werd de bodem afgegraasd. Het leken wel kopstaanders.
BIJZONDERHEDEN:
Bewerkt door:
Robert Van Mossevelde, maart 2002
Laatst bijgewerkt op: 17-07-2010
   naar Aquariumwereld Delen - Mailen - Bewaren
AANGEBODEN DOOR
AQUARIUMWERELD
UW MAANDBLAD VOOR AQUARIUM- EN TERRARIUMKUNDE