Pseudosphromenus dayi
(Kohler, 1908)

Pseudosphromenus dayi
Foto: Robert Van Mossevelde

IDENTITEIT: orde: Perciformes; familie: Belontiidae.
EERSTBESCHRIJVING: in 1908, door W. Köhler, als Polyacanthus cupanus var. dayi, in Blutter für Aq. Ter. Kunde 19:395.
SYNONIEM: vaak aangeduid als synoniem of ondersoort van Ps. cupanus Valenciennes 1831.
NEDERLANDSE NAAM:
MAXIMALE GROOTTE: 6 cm.
GESLACHTSONDERSCHEID: gemakkelijk te onderscheiden: de mannetjes kleuren veel mooier, zeker tijdens de paartijd. De vrouwtjes kleuren dan zeer donker tot bijna zwart. De mannetjes bezitten ook veel spitsere en langere vinnen.
HOUDBAARHEID: met niet te grote vissen samenhouden. Goed beplante aquaria met veel drijfplanten, waaronder ze hun schuimnest bouwen. Een aquarium met donkere bodem en vele schuilplaatsen, tussen kienhout en stenen, is voor hen zeer geschikt.
DIERENRIJK
Z h XXXIV 151
       
Milieu Aquarium Kweek
Zuurtegraad pH 5 - 6 6 - 7,5 5,5 - 6,5
Totale hardheid °DH 2 - 5 6 - 12 5 - 10
Temperatuur °C 26 - 27 24 - 27 25 - 28/td>
Geleidbaarheid µS
VERSPREIDING: Westelijk Voor-India.
Kaart voorkomen
BIOTOOP: komt voor in Westelijk Voor-India, in beken en in plassen met vele drijfplanten. Ze houden van gedempt licht en leven in zeer zacht en zuur water. Ze werden voor het eerst ingevoerd in 1908 door Scholze en Poetzschke.
GEDRAG: goed samen te houden met andere kleine vissen. Pseudosphromenus dayi zijn vriendelijke zachte visjes - ook tijdens de paartijd - en voor het gezelschapsaquarium zeer geschikt. Ideale medebewoners zijn bodembewonende kleine vissen.
VOEDSEL: alle soorten klein levend voedsel: zwarte muggenlarven, Daphnia, Artemia, enz... Ook in diepvriesvorm. Droogvoer wordt soms genomen.
KWEEK: in zacht water, bij een temperatuur van 27 a 28°C en bij een pH rond 6,5 zetten de vissen hun eitjes af in een klein schuimnest, soms ook in kleine holen en gaten. Beide ouderdieren bewaken het nest en spuwen er de uitgevallen eieren en jongen terug in. De ongeveer 80 eitjes komen na ongeveer 30 u. uit. Voederen met infusie en wat later met pas ontloken Artemia. Het is aan te raden de waterstand tot ongeveer 15 cm te laten dalen, om het verzamelen van de eitjes door de ouderdieren tijdens het afzetten te vergemakkelijken. Medebewoners zijn dan niet gewenst. Wie echt wil kweken voor de productie, houdt de visjes best in aparte kweekbakjes van 40 a 50 cm grootte. Ik kweekte deze visjes in een aquarium van ongeveer 60 cm, met een waterstand van 20 cm. Het eerste voedsel was wat fijngewreven hardgekookte eierdooier. Hiermee wel opletten voor waterverontreiniging.
BIJZONDERHEDEN:
Bewerkt door:
Robert Van Mossevelde, december 2002
Laatst bijgewerkt op: 27-07-2010
   naar Aquariumwereld Delen - Mailen - Bewaren
AANGEBODEN DOOR
AQUARIUMWERELD
UW MAANDBLAD VOOR AQUARIUM- EN TERRARIUMKUNDE