Rasbora trilineata
Steindachner, 1870

[Foto Rasbora trilineata]
Foto: Luc Coppens

IDENTITEIT: orde: Cypriniformes; familie: Cyprinidae.
EERSTBESCHRIJVING: in 1870 door F. Steindachner als Rasbora trilineata in "Sitzungsber. Akad. Wissensch.", Wien 1:637.
SYNONIEM: Rasbora calliura, Rasbora stigmatura
NEDERLANDSE NAAM: glasrasbora; knipschaartje; knipstaart; schaarvisje.
MAXIMALE GROOTTE: 16 cm voor de vorm afkomstig van de eilanden, 6 cm voor de Thaise vorm.
GESLACHTSONDERSCHEID: alleen duidelijk te zien bij geslachtsrijpe dieren, dan is het vrouwtje veel dikker in de buik. Een niet kuitrijp vrouwtje en een mannetje zijn nauwelijks van mekaar te onderscheiden.
HOUDBAARHEID: probleemloos. Alhoewel de vis er nogal freel uitziet, is hij zeer taai. Een echte beginnersvis. Aangezien het een snelle zwemmer is, hem in een niet te klein aquarium onderbrengen.
DIERENRIJK
Z h XVI 19
       
Milieu Aquarium kweek
Zuurtegraad pH 6 - 6,8 7 6,5 - 7
Totale hardheid °DH   10 - 14 1 - 8
Temperatuur °C 18 - 28 20 - 24 28
Geleidbaarheid µS      
VERSPREIDING: Azië: Maleise Archipel, Sumatra en Borneo.
[Kaart voorkomen
BIOTOOP: open, kalkarm en enigszins zuur water. Een dikke humusbodem en een begroeiing van varens en Cryptocoryne-soorten.
GEDRAG: bewoner van de middelste waterlaag. Snelle zwemmer, die in schoolverband moet gehouden worden. Soms kan héél de school, met de vinnen knippend, lange tijd op één plaats blijven staan. Leven graag met andere soorten tezamen die ook in het leefmilieu voorkomen. Laat andere vissen met rust.
VOEDSEL: is tevreden met alle levend voedsel dat drijft of zwemt. Neemt zelden voedsel van de bodem. Neemt ook graag vlokkenvoer dat naar de bodem dwarrelt.
KWEEK: voor een Rasbora is de kweek eenvoudig te noemen. De kweekbak niet te klein nemen. Meerdere koppels tegelijk op kweek zetten. Een donkere bodem en een dichte randbeplanting. Er is geen balts. Vanuit de school schiet één koppel de beplanting in. De eitjes worden tussen de planten gestrooid, ze zijn weinig kleefkrachtig en vallen op de bodem. Na 24 uren zijn de jongen uit en de 3de dag zwemmen ze reeds rond. Dan moet er reeds gevoederd worden: enkele dagen infuus, daarna vers ontloken Artemia. Groeien tamelijk vlug. Bij 6 à 7 cm zij ze reeds geslachtsrijp.
BIJZONDERHEDEN: Hoedeman spreekt van twee verschillende rassen, nl. het grote ras van de eilanden en het kleine ras van Thailand.
Bewerkt door:
René Wouters, oktober 1984
Laatst bijgewerkt op: 09-07-2010
   naar Aquariumwereld Delen - Mailen - Bewaren
AANGEBODEN DOOR
AQUARIUMWERELD
UW MAANDBLAD VOOR AQUARIUM- EN TERRARIUMKUNDE