Synodontis multipunctata
Boulenger, 1898

Synodontis multipunctata
Foto: Luc Coppens

IDENTITEIT: orde: Siluriformes; familie: Mochokidae.
EERSTBESCHRIJVING: in 1898, door G. Boulenger, als Synodontis multipunctatus, in Proc. Zool. Soc. London 1898 (3):497.
SYNONIEM:
NEDERLANDSE NAAM:
MAXIMALE GROOTTE: zowat 25 cm in de natuur, maar in gevangenschap blijven ze merkelijk kleiner.
GESLACHTSONDERSCHEID: onbekend.
HOUDBAARHEID: aanvankelijk zeer schuw. Donkere stand- plaats en een dichte begroeiing (i.z. oppervlakte- en guirlandeplanten zijn aan te bevelen). Verlangen voldoende ruimte en geen sterke belichting. De schuilplaatsen worden gevormd door grillige stukken kienhout en schuin geplaatste leisteen. Daar het steeds importdieren betreft, dienen ze langzaam aangepast te worden aan de watersamenstelling van hun nieuwe milieu. Deze kan het best ingesteld worden in functie van de medebewoners, de meervallen passen zich wel aan. Woelen niet in de bodem. Ze vervullen een nuttige taak door o.a. afvalstoffen en zelfs dode vis op te ruimen.
DIERENRIJK
Z h XVII 16
       
Milieu Aquarium Kweek
Zuurtegraad pH 6 - 7,5
Totale hardheid °DH < 20
Temperatuur °C 22 - 25
Geleidbaarheid µS
VERSPREIDING: Centraal-Afrika.
Kaart voorkomen
BIOTOOP: bewoont zeer verscheiden biotopen in Centraal-Afrika; zowel rivieren als grote meren (o.a. het Tanganyikameer). - Leeft veel in schoolverband.
GEDRAG: schemeringsdier dat zich overdag dicht bij de bodem of in een schuilplaats ophoudt en 's avonds actief wordt om zijn voedsel te bemachtigen. Rustig en verdraagzaam zowel t.o.v. soortgenoten als tegenover andere medebewoners. Bezit evenwel een geducht verdedigingswapen in de vorm van krachtig ontwikkelde vinstralen van de rug- en aarsvin. Opletten dus bij het vastnemen met de blote hand!
VOEDSEL: bestaat in de natuur voornamelijk uit schaaldieren, maar in het aquarium wennen ze wel aan de klassieke levende voedselsoorten.
KWEEK: over de voortplanting is niets met absolute zekerheid bekend.
BIJZONDERHEDEN: jonge exemplaren vertonen grote, donkere vlekken welke bij de aankomende volwassenheid steeds kleiner en talrijker worden. Deze overgang begint op de kop naar de staartzijde toe. Ze hebben niet, zoals de beter bekende soortgenoot Synodontis nigriventris, van het op de rug zwemmen een gewoonte gemaakt, hoewel ze deze kunst eveneens machtig zijn.
Bewerkt door:
Luc Coppens, november 2004
Laatst bijgewerkt op: 19-07-2010
   naar Aquariumwereld Delen - Mailen - Bewaren
AANGEBODEN DOOR
AQUARIUMWERELD
UW MAANDBLAD VOOR AQUARIUM- EN TERRARIUMKUNDE