Thysochromis ansorgii
(Boulenger, 1901)

Thysochromis ansorgii
Foto: Luc Coppens

IDENTITEIT: orde: Perciformes; familie: Cichlidae.
EERSTBESCHRIJVING: in 1901, door G. A. Boulenger, als Pelmatochromis ansorgii in Proc. Zool. Soc. London 190:8
SYNONIEM: Pelmatochromis arnoldi, Thysia ansorgi
NEDERLANDSE NAAM:
MAXIMALE GROOTTE: 10 tot 13 cm
GESLACHTSONDERSCHEID: de vrouwtjes zijn iets kleiner; hun rug- en aarsvin zijn minder lang en afgerond; minder krachtige kleurtekening. Volwassen vrouwtjes hebben twee zilverglanzende schubben, juist voor de genitaalopening. Deze vlek speelt duidelijk een rol tijdens de paring als symbool van bereidwilligheid en ondenwerping.
Soms hebben ook mannetjes deze vlek.
HOUDBAARHEID: kunnen met andere grote vissen samengehouden worden. Aquarium van redelijke afmetingen met enige beplanting en vooral veel schuilplaatsen. Enige zouttoevoeging kan aanbevolen worden, maar is niet noodzakelijk.
DIERENRIJK
Z h XXXIV 68
       
Milieu Aquarium Kweek
Zuurtegraad pH 6 - 7,5 7 - 7,5
Totale hardheid °DH 10 - 15 10 - 15
Temperatuur °C 23 - 25 23 - 25
Geleidbaarheid µS
VERSPREIDING: West-Afrika: Liberia, lvoorkust, Goudkust, Nigeria
Kaart voorkomen
BIOTOOP: beboste kustgebieden, van Liberia over Ivoorkust en Goudkust tot Nigeria. Voornamelijk in ondiepe wateren, welke ofwel dicht begroeid zijn, ofwel, door omgevallen bomen, rijk voorzien zijn van schuilplaatsen. Lagunes met wisselend zoutgehalte behoren eveneens tot hun biotoop. Voortplanting gebeurt (waarschijnlijk) alleen in zoet water.
GEDRAG: buiten de paartijd vrij verdraagzaam en weinig agressief. Oudere dieren bekvechten onderling wel eens. Schuwheid wordt na het overbrengen slechts langzaam afgelegd, waardoor de dieren niet geschikt zijn om regelmatig verhuisd te worden. Planten worden ongemoeid gelaten als deze het uitzicht in het territorium niet hinderen.
VOEDSEL: nemen alles, zelfs goed droogvoer en diepvries. Waarderen wel een gevariëerd menu.
KWEEK: koppel zichzelf laten uitkiezen uit meerdere exemplaren. Holenbroeder. Zetten de eitjes meestal af tegen het dak van het hol. Verzorging der eitjes wordt door het vrouwtje uitgevoerd. Het mannetje neemt slechts actief deel als de jongen vrijzwemmen. Normale opfok. Kunstmatig opkweken slechts uitvoeren als, door omstandigheden, de ouders er zelf niet kunnen toe komen.
BIJZONDERHEDEN:
Bewerkt door:
Luc Coppens, mei 1996
Laatst bijgewerkt op: 21-02-2016
   naar Aquariumwereld Delen - Mailen - Bewaren
AANGEBODEN DOOR
AQUARIUMWERELD
UW MAANDBLAD VOOR AQUARIUM- EN TERRARIUMKUNDE