Umbra krameri
Walbaum, 1792

Umbra krameri
Foto: D. De Gruyter

IDENTITEIT: orde: Salmoniformes; familie: Umbridae.
EERSTBESCHRIJVING: ln 1792, door Walbaum, als Umbra krameri, in Petri Artedi, lchthyologiae pars. 3:657.
SYNONIEM: Cyprinodon krameri, Cyprinus umbra
NEDERLANDSE NAAM: Gewone-, Europese- en Hongaarse hondsvis
MAXIMALE GROOTTE: Worden tot 12 om groot.
GESLACHTSONDERSCHEID: Mannetjes zijn meestal kleiner en vertonen tijdens de voortplantingsperiode een rood-bruine horizontale lengteband.
HOUDBAARHEID: Bijzonder mooi en interessant visje, geschikt voor een, uitsluitend voor hen bestemd, koudwateraquarium en voor tuinvijvers. Vraagt een niet te klein, goed beplant aquarium waarin zuurstofrijk water onontbeerlijk is.
DIERENRIJK
Z h XIV 02
       
Milieu Aquarium Kweek
Zuurtegraad pH
Totale hardheid °DH
Temperatuur °C 18 - 23
Geleidbaarheid µS
VERSPREIDING: Europa: Van Neder-Oostenrijk, Zuid-Slowakije en Hongarije tot de Donau-delta en de benedenloop van de Dnjepr.
Kaart voorkomen
BIOTOOP: Leeft in langzaam stromend, steeds zuurstofrijk water, met een dichte vegitatie dichtbij de, doorgaans zachte, bodem. Alhoewel de Europese hondsvis in tegenstelling tot de Amerikaanse hondsvis niet voorkomt in de lijst van vissoorten die in de waterlopen van het Vlaamse gewest kunnen voorkomen, zijn ze ook hier, net als in Nederland terug te vinden. Alhoewel jonge exemplaren onderling vrij agressief zijn, komen ze vaak in groepsverband voor, terwijl oudere dieren meestal solitair leven.
GEDRAG: Sterke territoriumvormers, vooral bij schemering actief. Vrij agressief. Verorberen vrij grote vissen, die zelfs in grootte 1/2 van hun eigen lengte bereiken. Bewegen op vrij eigenaardige wijze borst- en buikvinnen (als poten van een hond, vandaar "hondsvissen") graven zich vaak in in het zand. Zwemblaas functioneert als bijkomend ademhalingsorgaan. Ouder wordend, blijken ze meer zuurstofbehoeftig en komen dan vaker lucht happen aan het wateroppervlak. Een bijzondere eigenaardigheid is het regelmatig optreden van een soort slaap, dat op elk tijdstip kan optreden. Een verschijnsel dat momenteel nog steeds wetenschappelijk wordt bestudeerd.
VOEDSEL: Grote eters die vrijwel alle mogelijk levend voedsel accepteren. Hun voorkeur gaat naar insektelarven, maar ook kreeftachtigen, kikkervisjes, jongbroed en kleine visjes worden gegeten.
KWEEK: Vrouwtjes zijn kuitrijp in het voorjaar. Zij maakt een eenvoudig nest tussen de waterplanten. Hierin worden de eitjes bewaakt en verzorgd. Na 6 tot 10 dagen komen de jongen uit. Ze groeien betrekkelijk snel, maar zijn heel onverdraagzaam en erg bijterig tegenover elkaar. De kleinere exemplaren worden bijna onvermijdelijk door de grotere verslonden. In tuinvijvers kunnen jonge visjes worden opgemerkt vanaf de maand mei tot eind augustus.
BIJZONDERHEDEN:
Bewerkt door:
Hugo Vits, Januari 1997
Laatst bijgewerkt op: 16-06-2017
   naar Aquariumwereld Delen - Mailen - Bewaren
AANGEBODEN DOOR
AQUARIUMWERELD
UW MAANDBLAD VOOR AQUARIUM- EN TERRARIUMKUNDE