Paraneetroplus argenteus
(Allgayer, 1991)

Paraneetroplus argenteus
Foto: Walter Deproost

IDENTITEIT: orde: Perciformes; familie: Cichlidae.
EERSTBESCHRIJVING: in 1991, door Robert Allgayer als Vieja argentea in Revue Française des Cichlidophiles 114: 2 - 15.
SYNONIEM: Vieja argentea
NEDERLANDSE NAAM:
MAXIMALE GROOTTE: mannetjes kunnen een totale lengte van ongeveer 30 cm bereiken, waarbij de vrouwtjes wat kleiner blijven.
GESLACHTSONDERSCHEID: de vrouwtjes zijn te herkennen aan een grote zwarte vlek in de rugvin, die bij de mannetjes ontbreekt.
HOUDBAARHEID: de natuurlijke biotopen van Vieja argentea bestaan meestal uit een modderige bodem, met houtwortels en wat steenpartijen. Deze omstandigheden zijn in het aquarium niet zo gemakkelijk na te bootsen. Een ruim aquarium met een donkere bodem lijkt dan ook aangewezen. Kienhoutwortels en een aantal strategisch opgestelde stenen kunnen best als verder decor gebruikt worden. Drijfplanten, die het bovenlicht temperen, bezorgen deze schuwe dieren een rustige omgeving.
DIERENRIJK
Z h XXXIV 68
       
Milieu Aquarium Kweek
Zuurtegraad pH 7,5 - 8
Totale hardheid °DH > 10
Temperatuur °C 24 - 30 27
Geleidbaarheid µS 900 - 1500
VERSPREIDING: Zuidoostelijk Mexico en westelijk Guatemala. ln het stroomgebied van de Rio Usumacinta o.a. in de Rio Salinas, Rio San Roman, Rio San Pedro en Rio Subim. Naar het westen toe werd de soort ook aangetroffen in het stroomgebied Van de Rio Grijalva, met name in de Rio Tulija en in het stroomgebied van de Rio Tonala, in de Rio Tancochapa en de Rio Playas
Kaart voorkomen
BIOTOOP: de dieren worden zowel in zeer helder als in troebel water aangetroffen. Het verspreidingsgebied van de zeer nauw verwante soort Vieja regani ligt ten westen van dat van V. argentea, in het stroomgebied van de Rio Coatzacoalcos.
GEDRAG: aquarianen die op zoek gingen naar V. argentea in zijn natuurlijke biotopen, hebben ervaren dat de soort zeer moeilijk te benaderen is. Ze zijn vrij schuw en verdwijnen snel wanneer men ze tracht in het net te lokken. Over specifieke gedragingen in het aquarium zijn nog geen berichten vermeld. Mogelijk worden ze best niet met te agressieve soorten tezamen gehouden.
VOEDSEL: bij maagonderzoeken van wildvangdieren zijn plantaardige restanten; insecten; slakken; garnaalachtigen en detritus teruggevonden. ln het aquarium eten ze het gangbare krachtige cichlidenvoer als Mysis, garnalen; mosselvlees en droogvoer.
KWEEK: de eerste meldingen van nakweek in gevangenschap wijzen op overeenkomsten met andere verwante substraatbroeders van het open water.
BIJZONDERHEDEN:
Bewerkt door:
Walter Deproost, september 1997
Laatst bijgewerkt op: 07-05-2014
   naar Aquariumwereld Delen - Mailen - Bewaren
AANGEBODEN DOOR
AQUARIUMWERELD
UW MAANDBLAD VOOR AQUARIUM- EN TERRARIUMKUNDE