Spilotes pullatus
(Linnaeus, 1758)

Spilotes pullatus
Foto: Arend van den Nieuwenhuizen

IDENTITEIT: orde: Squamata; familie: Colubridae.
EERSTBESCHRIJVING: in 1758, door Carolus Linnaeus, als Coluber pullatus in Systema Naturae, 10° ed, p. 225.
In 1830, door Johan-Georg Wagler, als typesoort voor het nieuwe genus Spilotes aangewend.
SYNONIEM:
NEDERLANDSE NAAM: hoender- of kippenslang
MAXIMALE GROOTTE: gemiddeld tot 250 cm, soms meer dan 300 cm.
GESLACHTSONDERSCHEID:
HOUDBAARHEID: gezien de grootte, verlangt deze slang een ruim terrarium met een grote waterkom en een paar flinke takken als klim gelegenheid. Het terrarium zal hoger dan lang zijn.De bodem bestaat uit een mengsel van zand en potgrond, met enkele grote stenen. Een IR-stralingslamp wordt op prijs gesteld. Er moet voor gezorgd worden dat de slang niet in contact kan komen met de verlichtings- en de verwarmingsbronnen.Aangezien de slang een regenwoudbewoner is, moet het terrarium regelmatig besproeid worden met lauw water.Enkele sterke planten kunnen het enige tijd uithouden in het terrarium, zoals Ficus- en Philodendron-soorten.
VERLICHTING: 12 tot 14 h per dag. 3000 à 5000 lm, met een goed aandeel UV-A en UV-B
DIERENRIJK
Z j IV 30
       
Milieu
dag / nacht
Terrarium
dag / nacht
Kweek
Temperatuur °C 25 - 30 / 22 - 25
Relatieve vochtigheid % 90 / 95 70 - 80 / 80 - 95
Licht  lm 3000 - 5000
VERSPREIDING: Tussen Zuid-Mexico en Noord-Argentinië.
Kaart voorkomen
BIOTOOP: in galerij-, secundaire en regenwouden. De slang is een cultuurvolger die geregeld in nederzettingen voorkomt. Vaak vertoeven ze in moerassen.
GEDRAG: het is een bodemslang en semi-boombewoner. Ze kunnen ook goed zwemmen. Dagactief. De slang valt gemakkelijk aan en kan krachtig bijten. Ze worden tam in het terrarium, maar dit kan een lange tijd duren vooraleer het zover is.
Tijdens de dag verblijft de slang gewoonlijk in de takken. Deze slang moet afzonderlijk gehouden worden. Als de dieren belaagd worden, pompen ze hun hals op en richten deze omhoog. Hierbij laten ze de staartpunt vibreren om een ratelslang te imiteren.
VOEDSEL: de Nederlandse naam hoender- of kippenslang is geen goede benaming, want het menu van deze slang is zeer gevarieerd. In de natuur voedt deze slang zich met kleine zoogdieren, vogels, hagedissen en slangen (adders). De prooi wordt verstikt door er zich rond te kronkelen; ofwel wordt de prooi doodgedrukt door met het lichaam tegen de harde ondergrond te duwen.
KWEEK: eierleggend, 15 tot 25 eieren. Incubatie 25 à 30 °C. - Duur: 54 à 56 dagen.
BIJZONDERHEDEN: Spilotes pullatus is krachtig gebouwd en behoort tot de grootste colubriden.
Bij pas verworven exemplaren moet de verzorger voorkomen dat de slang gewond geraakt door met de neus tegen de terrariumruiten te stoten.

  Update 2019 - Deze soort komt niet voor op Positieflijst Reptielen Vlaanderen (2018).
Bewerkt door:
Erik Vansteenkiste, mei 2004
Laatst bijgewerkt op: 07-02-2019
   naar Aquariumwereld Delen - Mailen - Bewaren
AANGEBODEN DOOR
AQUARIUMWERELD
UW MAANDBLAD VOOR AQUARIUM- EN TERRARIUMKUNDE