Aequidens pallidus
(Haseman, 1911)

Aequidens pallidus
Foto: Luc Coppens

IDENTITEIT: orde: Perciformes; familie: Cichlidae.
EERSTBESCHRIJVING: in 1911, door Haseman, als Aequidens duopunctata, in Ann. Carnegie Mus. 7(3):338.
SYNONIEM: Aequidens duopunctata
NEDERLANDSE NAAM: tweevlekkencichlide.
MAXIMALE GROOTTE: 15 - 18 cm.
GESLACHTSONDERSCHEID: noch aan de kleur, noch aan de grootte vast te stellen. De mannetjes hebben een iets langere rugvin en aarsvin.
HOUDBAARHEID: minder gehouden soort; geraakte in de vergetelheid én omdat ze zowat 15 tot 18 cm groot worden én omdat ze moesten wijken voor de modernere (?) Malawi-cichliden. Normale inrichting voor een cichlidenaquarium met meerdere schuilplaatsen. Slechts robuuste planten als decoratie aanwenden.
DIERENRIJK
Z h XXXIV 68
       
Milieu Aquarium Kweek
Zuurtegraad pH 6,5 - 7,5 6,5 - 7,5
Totale hardheid °DH 10 - 20 8 - 20
Temperatuur °C 22 - 25 23 - 26
Geleidbaarheid µS
VERSPREIDING: Zuid-Amerika: omgeving van Manaos, Brazilië.
Kaart voorkomen
BIOTOOP: de monding van de Rio Negro in de Amazone is zó indrukwekkend, dat een specifieke biotoopbeschrijving onmogelijk is.
GEDRAG: rustige cichliden, welke een voldoend grote ruimte nodig hebben (minstens 1 m). Gezelschap van andere (Zuid-Amerikaanse) cichliden. Ze zijn nogal schuw, hoewel ze zich niet laten verdringen.
VOEDSEL: gevarieerde voeding, waarin ook groenvoer dient opgenomen te worden. Toch gaat de voorkeur naar levende kost uit.
KWEEK: het voortplantingsgedrag van deze vissen is merkwaardig. De eitjes worden afgezet op een doorgaans harde ondergrond. Gebeurt dit in het gezelschapsaquarium, dan is de kans reëel dat ze de verdediging van het legsel niet actief genoeg op zich nemen en dat de eieren door de medebewoners geroofd worden. Jonge dieren vooral laten zich nogal eens beetnemen. Komt het tot eiafzetting in een afzonderlijk aquarium dat ze voor zich alleen hebben, dan breken de eischalen na twee dagen open en nu neemt één der ouderdieren de larven in de muil. Dit muilbroeden wordt door beide ouders om beurten uitgevoerd. In die tijd nemen ze geen voedsel tot zich. Dat ze broed verzorgen is duidelijk waar te nemen aan het veel kleurrijker kleed waarmee ze nu pronken. Na ongeveer één week zwemmen de jongen voor het eerst vrij op zoek naar voedsel, maar worden, bij gevaar, terug in de muil genomen.
Opkweken is niet moeilijk; aanvankelijk kleine voedselbrokken; groene stukken worden door de ouders gekauwd en doorheen de kieuwen terug uitgestoten tussen het jongbroed in. Voorbeeldige groei.
BIJZONDERHEDEN:
Bewerkt door:
Luc Coppens, augustus 2000
Laatst bijgewerkt op: 03-12-2010
   naar Aquariumwereld Delen - Mailen - Bewaren
AANGEBODEN DOOR
AQUARIUMWERELD
UW MAANDBLAD VOOR AQUARIUM- EN TERRARIUMKUNDE