Römer, 1997
Foto: Robert Van Mossevelde
Foto: Robert Van Mossevelde
| IDENTITEIT: orde: Perciformes; familie: Cichlidae. | |||||||||||||||||||||||||||||
| EERSTBESCHRIJVING: in 1997, door U. Römer, als Apistogramma atahualpa in Buntbarsche Bull. nr. 182:9 | |||||||||||||||||||||||||||||
| SYNONIEM: | |||||||||||||||||||||||||||||
| NEDERLANDSE NAAM: | |||||||||||||||||||||||||||||
| MAXIMALE GROOTTE: 8 - 9 cm | |||||||||||||||||||||||||||||
| GESLACHTSONDERSCHEID:de mannetjes zijn kleuriger en hebben langere vinnen, waarbij de derde tot de zevende rugvinstraal zeer sterk verlengd zijn. | |||||||||||||||||||||||||||||
| Geen beginnersvis | HOUDBAARHEID: niet zo gemakkelijk, zeker niet voor beginners. Best in goed beplante aquaria te houden, met veel schuilplaatsen. Zacht en zuur water. Gezelschap van andere klein blijvende visjes die de bovenste waterregionen bewonen. | ||||||||||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
| VERSPREIDING: Zuid-Amerika: Peru, Rio Yavari. | |||||||||||||||||||||||||||||
 |
 | ||||||||||||||||||||||||||||
| BIOTOOP: in de toevoerriviertjes van de Rio Yavari in Peru. | |||||||||||||||||||||||||||||
| GEDRAG: goed samen te houden met andere kleine vissen. Zeer agressief tegenover soortgenoten, zeker de mannetjes wanneer ze in een te klein aquarium worden samen gehouden. Een aquarium van 80 cm is wel de minimummaat. Het is aan te raden meerdere vrouwtjes met één mannetje samen te houden. | |||||||||||||||||||||||||||||
| Klein levend voedsel | VOEDSEL: alle soorten klein levend voedsel, in het bijzonder muggenlarven en kleine watervlooien. Vlokkenvoer wordt enkel dan genomen, indien er niets anders voorhanden is. | ||||||||||||||||||||||||||||
| Schuilsubstraatbroeder | KWEEK: in extreem zacht en mineraalarm water, best gedistilleerd water met een weinig leidingwater gemengd. De pH naar 5 brengen door filtering over turf. Temperatuur van 26 ā 27°C. Apistogramma atahualpa is een schuilsubstraatbroeder. Legsels van 75 eieren zijn zeker geen uitzondering. Na de eiafzetting zorgt het wijfje alleen voor het legsel, terwijl de man de ruimte rond de broedplaats verdedigt tegen mogelijke belagers. Een regelmatige waterverversing zorgt er voor dat het jongbroed snel en gelijkmatig opgroeit. | ||||||||||||||||||||||||||||
| BIJZONDERHEDEN: in mijn aquarium paarde de man bijna met twee vrouwtjes tegelijk. Met een tussentijd van enkele uren bevruchtte hij twee legsels en ging daarna zijn bewakingsopdracht perfect uitvoeren. Alhoewel er bij andere liefhebbers nestjes van 75 jongen bekend zijn, bleef dit bij mij steeds beperkt tot niet meer dan 40 jongen. |
