Apistogramma hippolytae
Kullander, 1982

Apistogramma hippolytae
Foto: Robert Van Mossevelde

IDENTITEIT: orde: Perciformes; familie: Cichlidae.
EERSTBESCHRIJVING: in 1982, door S. O. Kullander, als Apistogramma hippolytae in D.C.G. 13(10):182.
SYNONIEM:
NEDERLANDSE NAAM:
MAXIMALE GROOTTE: 5 - 6 cm
GESLACHTSONDERSCHEID: de mannetjes bereiken een lengte van ongeveer 6 cm, de wijfjes blijven wat kleiner. Bij volwassen dieren is het geslachtsonderscheid duidelijk. De weke stralen in de rug- en buikvin van de man zijn dan puntig uitlopend. Ook de voorste stralen in de borstvinnen zijn spits uitlopend.
HOUDBAARHEID: dichtbeplante aquaria met veel schuilplaatsen onder de vorm van holen en gaten. Donkere en fijne bodemgrond. Zwak zuur tot neutraal water, met een hardheid niet boven de 10°DH. Een temperatuur van 25 - 26°C is aan te bevelen.
DIERENRIJK
Z h XXXIV 68
       
Milieu Aquarium Kweek
Zuurtegraad pH 6 - 6,5 6,5 - 7 6 - 6,5
Totale hardheid °DH 0 3 - 8 3 - 6
Temperatuur °C 24 - 26 24 - 26 25 - 27
Geleidbaarheid µS
VERSPREIDING: Zuid-Amerika: Brazilië, Lago Manacapuru en het midden van het Rio Negro-gebied.
Kaart voorkomen
GEDRAG: goed samen te houden met andere kleine vissen, ook in een gezelschapsaquarium met veel beplanting en schuilmogelijkheden. Zorg voor meerdere vrouwtjes per mannetje. Mannetjes zijn agressief tegenover elkaar in te kleine aquaria.
VOEDSEL: geef geregeld klein levend voedsel zoals muggenlarven, watervlooien, Cyclops en Artemia, dan tonen ze ons hun mooiste kleurenkleed. Droogvoer wordt maar matig genomen.
KWEEK: zacht en licht zuur water is aan te raden. Een paar dagen voor het afleggen begint het baltsen. Het vrouwtje legt haar eitjes het liefst in een klein holletje waar alleen zij en haar gemaal binnen kunnen. Naargelang het voordien gegeven voedsel zijn de eitjes van geel naar oranje gekleurd. Ze hangen met zeer fijne steeltjes aan de bovenkant van het substraat. De soort is zeer productief: 150 à 200 eitjes zijn bij volwassen dieren geen zeldzaamheid. Bij middelhard en alkalisch water is het legsel wat kleiner. Het vrouwtje verzorgt alleen het legsel. Het mannetje bewaakt dan de omgeving rond de broedplaats. Bij een temperatuur van 27°C komen de eitjes na 3 dagen uit. De jongen blijven nog in de broedruimte tot de dooierzak is opgebruikt.
BIJZONDERHEDEN:
Bewerkt door:
Robert Van Mossevelde, oktober 2003
Laatst bijgewerkt op: 04-06-2012
   naar Aquariumwereld Delen - Mailen - Bewaren
AANGEBODEN DOOR
AQUARIUMWERELD
UW MAANDBLAD VOOR AQUARIUM- EN TERRARIUMKUNDE