Laetacara curviceps
(Ahl, 1924)

[Foto Laetacara curviceps]
Foto: Arend van den Nieuwenhuizen

IDENTITEIT: orde: Perciformes; familie: Cichlidae.
EERSTBESCHRIJVING: in 1924 door E. Ahl als Acara curviceps in "Mitt. Zool. Museum Berlin", 11 : 14.
SYNONIEM: Aequidens curviceps.
NEDERLANDSE NAAM: gevlekte acara; stippelcichlide.
MAXIMALE GROOTTE: man ca. 8 cm; vrouwtje ca. 7 cm.
GESLACHTSONDERSCHEID: het onderscheid is niet heel duidelijk. Meestal worden de mannetjes iets groter en hebben ze iets meer verlengde rugvinstralen, doch dit is geen regel. Bij jonge dieren is het verschil helemaal onbestaande.
HOUDBAARHEID: het is een dwergcichlide die zich vreedzaam gedraagt. Men kan ze best met een 6-tal stuks kopen om het eerder vermelde probleem van het geslachtsonderscheid op te lossen. Ze behoeven sterk beschaduwde plaatsen in het aquarium, zoniet zullen we zeker niet van hun kleurenpracht kunnen profiteren. Stellen heel wat eisen aan het aquariumwater dat zacht en zuur zal moeten zijn.
DIERENRIJK
Z h XXXIV 68
       
Milieu Aquarium kweek
Zuurtegraad pH   5,5 - 7 6 - 6,5
Totale hardheid °DH   0 - 10 0 - 3
Temperatuur °C   24 - 30 25 - 27
Geleidbaarheid µS      
VERSPREIDING: Amazone.
[Kaart voorkomen
BIOTOOP: volgens Schmettkamp worden ze aangetroffen in de hele hoofdstroom.
GEDRAG: deze vis kunnen we werkelijk in een beplant gezelschapsaquarium verzorgen. We dienen er wel rekening mee te houden dat hij zenuwachtige medebewoners niet op prijs stelt en zich niet zal tooien met zijn buitengewoon mooie kleuren. Tijdens de kweek zullen ze vissen die te kort in hun omgeving komen, duchtig verjagen, maar nooit zullen ze de achtervolging volhouden tot buiten hun eerder klein territorium.
VOEDSEL: het zijn vissen die alle levend voedsel op prijs stellen.
KWEEK: is minder eenvoudig dan bij de meeste andere soorten. Het afleggen zal nog wel meevallen, doch het verzorgen van het legsel en het grootbrengen van de jongen zal alleen geschieden als de watersamenstelling zeer zacht is en lichtzuur. De temperatuur mag niet beneden de 25 °C komen.
Het zijn substraatbroeders. Aan de broedzorg nemen de beide ouders intensief deel.
Best ondernemen we een kweekpoging in een niet te klein aquarium (min. 50 l inhoud), waar we enkele geelbruin gekleurde stenen in brengen en waarboven we voldoende overhangende planten plaatsen, die voor schaduw op de afzetplaats moeten zorgen. Een legsel van 100 tot 150 eitjes mag verwacht worden. De eitjes zijn ca. 1,5 mm groot en beige gekleurd. Na ca. 24 u zullen de eitjes ondergebracht worden in een kuiltje, waar ze nog 5 dagen zullen blijven vooraleer ze kippen. Dan blijven de jongen nog ruim 2 dagen bij mekaar vooraleer ze met de ouders gaan rondzwemmen. In de aanvangdagen vragen ze klein voedsel. Na een drietal dagen kan Artemia gebruikt worden.
BIJZONDERHEDEN:
Bewerkt door:
Aimé Bijnens, februari 1984
Laatst bijgewerkt op: 06-07-2017
   naar Aquariumwereld Delen - Mailen - Bewaren
AANGEBODEN DOOR
AQUARIUMWERELD
UW MAANDBLAD VOOR AQUARIUM- EN TERRARIUMKUNDE